Er zijn meer factoren die Menno de lust tot leren ontnemen. Hij spreekt er met niemand over, uit wisselende mengelingen van angst, boosheid, eigenwijsheid, gekrenktheid en pure rebellie. Hij ondergaat school als pure vrijheidsberoving en vindt de inhoud van de meeste lessen amper de moeite waard om op te blijven letten, doordat ze op geen enkele manier beantwoorden aan zijn behoeften. Het meest duidelijke voorbeeld is Duits.
moffenjong
Menno – moffenjong
Ineens voelt hij twee handen op zijn schouders die hem onder water duwen en houden. Van schrik verslikt hij zich in een slok water, waardoor hij het onmiddellijk stervensbenauwd krijgt. In paniek schopt hij wild om zich heen maar raakt daarbij alleen palen. Hij probeert de polsen te grijpen van de jongen en die hem vast heeft en zet zijn nagels in diens onderarmen in een wanhopig pogen zich los te worstelen. Hij wil om lucht schreeuwen maar produceert alleen maar een grote hoeveelheid bellen.
Menno – hondje verbranden
De jongens gooien het lijkje op het vuur. Door de hitte bewegen de pootjes. Daar schrikt Menno van, en hij roept “Hij leeft nog.” waarna iedereen hem uitlacht.