De eurocrisis was voor velen een groot probleem en voor sommigen een ramp. De ergst mogelijke scenario’s kwamen niet uit, zoals een Europese recessie of de ondergang van de euro. Tijdens deze crisis vreesden politieke waarnemers dat de onvrede over de economie en de bezuinigingspolitiek zouden leiden tot de aantasting van het vertrouwen in niet alleen de zittende leiders, maar ook in politieke instituties en de democratie zelf. Het vertrouwen in de EU liep een deuk op, net als de steun van de bevolking voor de nationale regeringen en andere instituties.