Kijkers van een toneelstuk zien altijd het resultaat, het eindproduct van een repetitieproces. Ze kijken, voelen en beoordelen: wat heeft de regisseur bedoeld? Al geruime tijd wilde Karel Witteveen een verhaal maken rondom deze beroemde Japanse haikudichter Basho. Het ging hem vooral om de renga, het kettingvers dat in Basho’s tijd met jonge dichters werd gespeeld in steden als Kyoto, Osaka en Edo. Dat wilde Witteveen ook, een renga laten spelen, maar dan op het toneel met buurtbewoners uit zijn wijk de Banne in Amsterdam-Noord.