Tja, en dan die verandering die haast altijd ‘groot’ voelt: de dood. De dood ís natuurlijk ook groot. Maar in mijn beleving niet groter dan het leven. Meer een fase die er onvermijdelijk bij hoort als je eenmaal geboren bent. En die niet beter of slechter is dan al die andere fasen die we gaandeweg meemaken. Maar ook de dood heeft in onze cultuur een zware, negatieve betekenis. Liever hebben we er niet mee van doen. Wanneer een hoogbejaarde grootouder overlijdt kunnen we dat als erg verdrietig ervaren, maar gezien de leeftijd is het dan vaak vanzelfsprekender er vrede mee te hebben. ‘Toch een mooie leeftijd, 98 jaar’, of ‘ze was er ook wel klaar mee, met het leven.’ Maar niet iedereen wordt 98 jaar.