We hoeven niet meer, zoals onze evolutionaire voorouders, te volharden in de illusies van het ‘zelf’. Het is niet meer nodig dat we onbevredigd blijven zoeken naar meer, beter en anders. We kunnen gaan inzien dat de slechtheid die we het karakter van de vijand toedichten een illusie is. Het boeddhisme gaf ons behalve een diagnose van het lijden van de mens ook een therapie.