Noord-Koreaanse monniken scheren hun hoofd niet. Ze verblijven ook niet in tempels, in tegenstelling tot hun Zuid-Koreaanse tegenhangers. Ze gaan elke ochtend naar hun tempels, met een pak aan, net als kantoormedewerkers die naar hun werk gaan. In de tempels veranderen ze hun uiterlijk in kostuums die gemaakt zijn voor boeddhistische priesters.