zachtjes duwt hij
de mensen uiteen en loopt weg,
de sumo-kampioen
Takai Kitō (1741-1789)
Ook Kitō schreef zijn haiku’s vanuit een directe en on-sentimentele observatie. En dat is precies wat deze haiku doet: slechts een beeld geven van een situatie.
Een enorme man duwt zachtjes een groep mensen uiteen en loopt weg. Mijn eerste reactie was het benoemen van de tegenstelling in deze haiku. De door zijn omvang indrukwekkende man tegenover het “zachtjes uiteen duwen”.
Maar bij nader inzien is er volgens mij geen tegenstelling. De sumo-kampioen mag dan wel heel fors zijn, hij straalt geen agressie of intimidatie uit. Hij doet geen moeite om te imponeren. Hij is. En dat is voldoende voor de mensen om opzij te gaan.
Volgens de Japanse sumo-worstelaar Hakkutokuni, wie kent hem niet, geldt voor sumo-sporters: hoe dikker hoe meer respect. Daarom volgen deze sporters een strikt dieet. Het is dan ook in deze, door Henri Kerlen vertaalde haiku het respect voor de sumo-kampioen waarvoor de groep mensen uiteen gaat. Respect voor wat hij doet voor zijn sport en voor wat hij bereikt heeft.
Deze haiku is geschreven in de 18e eeuw. De eerste sumo-toernooien ontstonden in de 17e eeuw. Maar de oorsprong gaat veel verder terug. Sumo is ontstaan als ritueel om de goden van het Shintoïsme te vermaken. Nu, in de 21e eeuw, stoelt de sport nog steeds grotendeels op culturele en religieuze tradities. Dat is denk ik de belangrijkste reden voor het respect dat Japanners hebben voor sumo-worstelaars. En voor de sumo-kampioen.
Alles aan hem mag dan groot zijn, zijn ego is dat niet. Dat heeft hij niet nodig. En dat heeft Kitō goed gezien.
Hung Nguyen zegt
Wat een zachtheid uit een enorme bulk gewicht.
Prachtig geschreven
Renske zegt
Dank je wel. Dat was het ook wat mij aansprak.