Mijn opa is een voddenboer,
gaat met een bakfiets langs de deuren,
door de straten schalt zijn stem
“vodde” in geur en kleuren.
Vooral dat geur dat is bij hem
ruimschoots aanwezig,
want vodden ruiken niet zo fris
mijn opa stinkt naar rotte vis,
en niet naar rozengeuren
Als mijn opa ’s avonds
zijn bakfiets heeft gestald,
en alle vodden in het schuurtje
heeft neer geknald.
Dan staat mijn oma met de zeep
En een tobbe klaar
grijpt opa in z’ kippennek
gaat dan schrobben als een gek
mijn opa is in doodsgevaar
Na een halfuurtje badderen
is opa smetteloos
Een jacquet ligt voor hem klaar
met pochet en rode roos
het is werkelijk eindeloos
een heer in plaats van scharrelaar
Ze schuiven dan aan tafel
nou ja…. aan het banket
met twee zilveren kandelaars
en damast servet
En na het eten nog een glas cognac
van een heel duur merk
opa gaat dan naar bed
mijn oma aan het werk
Ze trekt zwarte kleren aan
doet een masker voor
2 pistolen in haar tas
en gaat er dan vandoor
In een park in de stad
wacht ze in de struiken
op welgestelde heren
met geld en dikke buiken
Ze roept dan lieverd
kom hier of ik schiet
je geld je horloge
en je hoge hoed
je slobkousen en je jas
ook je ondergoed
Bibberend van angst geven al die heren
hun horloge, hoge hoed en al hun nette kleren
Mijn oma schiet dan in de lucht.
de heren staan te gillen niet schieten mevrouw
rennen fluks de stad dan in, in hun blote billen
Dus je snapt nu wel, oma verdient de centen
mijn opa heeft een hobby
met die bakfiets langs de straat
al dat vodden venten
En toch wil mijn oma
opa nooit meer kwijt
want hij is haar alibi
haar standvastigheid
O ja, er is nog een reden
ze houden van elkaar
oma als struikrover
mijn opa als sjacheraar