Vandaag neemt de algemene ledenvergadering van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) naar alle waarschijnlijkheid een besluit over hoe de toekomst van deze koepelorganisatie er uit gaat zien. De belangrijkste kwestie die op tafel ligt, is de vraag of de BUN beschouwd mag worden als de officiële vertegenwoordiger van het georganiseerd boeddhisme in Nederland. Ongebonden boeddhisten bijvoorbeeld kunnen geen lid zijn van de BUN. Ook zijn niet alle organisaties aangesloten bij de BUN.
Maar ook zal de vraag moeten worden beantwoord hoe de leden meer invloed kunnen uitoefenen op de daadkracht van deze organisatie. En of ze dat überhaupt ook willen. Volgens waarnemend voorzitter André Kalden is wel duidelijk dat de BUN zal blijven bestaan, maar wordt vandaag besloten in welke vorm en met hoeveel daadkracht, zo zei hij in een eerder gesprek met het Boeddhistisch Dagblad. Kalden, officieel woordvoerder van de BUN, wilde verder inhoudelijk niet ingaan op wat vandaag besproken gaat worden binnen de alv.
Een van de zaken die hoogstwaarschijnlijk op de agenda staan, is de kritiek dat de koepel zich naar het ministerie van justitie toe, waar het gaat om de boeddhistische geestelijke verzorging in de gevangenis, presenteert als de vertegenwoordiger van alle. naar schatting 170.000 boeddhisten in ons land. Critici vinden dat ook niet aan een sangha gebonden boeddhisten lid moeten kunnen worden van de BUN, zij voelen zich niet vertegenwoordigd door deze organisatie, die wel namens hen zou spreken. In het verleden gedane pogingen om dat te veranderen liepen op niets uit.
Twee andere belangrijke kwesties waar de BUN mee worstelt, is de invloed die zij nog heeft, of niet meer heeft, op de Boeddhistische Omroep Stichting (BOS), een volle dochter van de BUN. Programmatisch en bestuurlijk lijkt de BOS een eigen koers te varen, een ontwikkeling die er in het verleden ook was bij de VPRO, in eerste instantie toch een omroep van dominees. Onder druk van een wijziging van het publieke omroepbestel zoekt de BOS op termijn ‘vanwege de verwantschap’ onderdak bij de voormalige vrijzinnige protestanten. Maar vaart, bij de keuze en het maken van programma’s, een volledig onafhankelijke koers. Via een programmaraad is in de praktijk kritiek op de programma’s en de koers van de BOS mogelijk. Onbekend is of dat ook gebeurt en effect sorteert.
Critici en bezorgde boeddhisten vinden dat de BOS meer programma’s zou moeten maken die de boeddhistische waarden en normen uitlichten en benadrukken. Zoals producties over de leer en de invloed van Boeddha. Volgens hen gebeurt dat nu te weinig. Ze zeggen dat de BOS te veel waarde hecht aan hoge kijkcijfers, waardoor de omroep te light zou worden. De BUN zou deze dochter meer moeten kunnen aansturen en, zonder aan de vrijheid van programmamakers te tornen, een boeddhistisch kader moeten scheppen waarbinnen de BOS opereert. En dat ook controleren, vinden zij.
Een derde belangrijke kwestie die op het bordje van de BUN ligt, is die van de stichting Boeddhistische Zendende Instantie (BZI), opgericht in 2009. Hoewel van begin af aan als een formeel van de BUN onafhankelijke organisatie, kan ze ook beschouwd worden als een volle dochter van de BUN. Die zelf door de overheid in 2008 erkend is als zogenoemde ‘zendende instantie’, omdat ze gezien wordt als representant van het georganiseerd boeddhisme is ons land.
De BZI zorgt voor de nadere uitwerking en invulling van de boeddhistische geestelijke verzorging aan gedetineerden. Inmiddels zijn er zes boeddhistische geestelijke verzorgers in de gevangenis aan het werk. Ze zijn als ambtenaar in dienst bij Justitie en vallen onder de Dienst Geestelijke Verzorging van dat departement. Hoofd van de BGV, de boeddhistische geestelijke verzorging, is Varamitra. Net als bij de BOS vinden critici dat de BUN meer bestuurlijke invloed zou moeten kunnen uitoefenen op het reilen en zeilen van de BZI. Ook vinden ze dat Justitie te veel oneigenlijke eisen stelt aan het beroep van boeddhistisch geestelijke verzorger, zoals een afgeronde academische opleiding. De Vrije Universiteit Amsterdam maakte deze week bekend een ambtsopleiding boeddhisme te gaan verzorgen. Volgens de VU komt deze opleiding voort ‘uit een groeiende behoefte aan boeddhistische geestelijken die ook academisch zijn opgeleid’. Die stelling wordt, voor zover bekend, niet met cijfers onderbouwd.
De erkenning van de BUN, als zendende instantie door het ministerie van justitie, loopt dit jaar af. Op dit moment vindt op verzoek van de DGV een evaluatie plaats door het onderzoekcentrum Kaski van de Universiteit Nijmegen. Onderzocht wordt de representativiteit, aanbod, functioneren van de BZI/BUN als zendende instantie en de beschikbaarheid van een universitaire opleiding tot geestelijk verzorger. De uitslag van dat onderzoek word deze maand verwacht.
Als de evaluatie negatief uitvalt, en de BZI/BUN niet of onvoldoende kan worden aangemerkt als zendende instantie, kan Justitie besluiten om de BZI/BUN niet langer meer als zodanig te erkennen. Of met aanbevelingen komen om de situatie te verbeteren. Lukt dat niet dan komen de zes boeddhistische geestelijke verzorgers, als ambtenaren in dienst bij Justitie, waarschijnlijk op straat te staan. En kan dat in de huidige (ambtelijke) vorm het einde van de boeddhistische geestelijke verzorging in de gevangenis betekenen. Daarmee kan het bestaansrecht van de BUN volgens critici vervallen.
De BUN beleefde de afgelopen jaren roerige tijden. Er waren snelle bestuurswisselingen, het bestuur is drastisch uitgedund. Er is kritiek dat de boeddhistische organisaties en sangha’s binnen de BUN inhoudelijk te weinig inbreng hebben om het predicaat koepelorganisatie waar te maken. Leraren zouden zich weinig aantrekken van de organisatie en te veel naar binnen gericht zijn, en het belang van de eigen sangha boven dat van de BUN stellen. Een speciale werkgroep, onder leiding van hoogleraar Mathijs Schouten, onderzocht het afgelopen jaar de spanningen in de relatie BUN/BOS en BUN/BZI en het onderlinge geharrewar. En presenteerde op 9 mei van dit jaar het rapport Lotusbloem, met een aantal aanbevelingen.
Het rapport is gebaseerd op gesprekken die leden van de werkgroep voerden met vertegenwoordigers van BUN, BOS en BZI en al of niet niet-gebonden boeddhisten. En met critici, enkele personen die de laatste jaren zeer actief zijn geweest met het van buitenaf uitoefenen van kritiek op de BUN, BOS en BZI. Deze mensen hekelen de gesloten sfeer, en de volgens hen eigenwijze handelwijze van de BUN. Zo willen zij meer openheid bij de verkiezing van bestuursleden. De werkgroep adviseert de partijen in de toekomst beter om te gaan met kritiek en beter en meer te communiceren. Ook doet zij op bestuurlijk gebied aanbevelingen. De voorzitters van BUN, BOS en BZI hebben die bekrachtigd met hun handtekeningen.
Meer hierover in www.boeddhisme.nl
Meer informatie www.openboeddhisme.nl
Of www.vu.nl/opleidingen/bacheloropleidingen
Of www.joopromeijn.blogspot.com