Op 23, 24 en 25 november bezoekt Dagri rinpoche het Maitreya Instituut. Zowel in Amsterdam als in Loenen zal deze tulku onder meer puja’s doen en is er gelegenheid hem te ontmoeten. Wie is deze Dagri rinpoche?
Binnen het Tibetaans boeddhisme wordt Dagri rinpoche gezien als de reïncarnatie van Pari Dorje Chang, één van de zeer belangrijke geshes in Lhasa, die de leraar was van vele lama’s, met inbegrip van Lama Yeshe. Dagri rinpoche werd in 1958 geboren in Tibet , waar hij ook leefde tijdens de Chinese Culturele Revolutie-van 1966 tot 1976. In 1982 ontsnapte hij uit het door Chinese veiligheidstroepen bezette Tibet, studeerde en voltooide hij zijn 17-jarige studie boeddhistische filosofie en ontving de Geshe Lharampa graad.
Dagri rinpoche legde als hoge tulku (geïncarneerde leraar) zijn geshe examens twee jaar eerder af dan de andere monniken. Zijn levensverhaal laat zien hoe een tulku die leeft onder moeilijke omstandigheden, steeds trouw blijft aan zijn ideaal van het dienen van anderen en een voorbeeld voor hen te zijn.
Na zijn erkenning als tulku ging hij niet naar zijn eigen klooster omdat het klooster kort na zijn herkenning verwoest werd door de Chinezen. ‘Ik bleef thuis. Van mijn vader en de ‘solpon’ uit mijn vorige leven heb ik lezen, schrijven, rekenen en de Tibetaanse taal geleerd. Later ging ik naar een reguliere basisschool, en totdat ik vijftien jaar oud was moest ik ook schapen en koeien hoeden.
Toen de Chinezen een kolenmijn in de buurt van de bergen begonnen, werd ik in een kamp gezet en moest er dwangarbeid verrichten. Veel Tibetanen stierven daar. De meeste mensen waren analfabeet, maar ze wisten dat ik de wedergeboorte van Dagri tulku was, omdat hij zeer bekend was in dat gebied. Ze hadden veel vertrouwen in mij, dus werd ik hun leraar. ‘s Avonds, na het werk, leerde ik ze lezen en schrijven. Later deed ik administratief werk in het kamp, want inmiddels had ik Chinees geleerd en hoe de boekhouding te doen. Al met al waren het zeer moeilijke jaren.
Pas nadat ik vijf jaar in het kamp had gewerkt mocht ik naar Lhasa (de historische hoofdstad van Tibet red.), waar veel oude monniken leefden. Het was ze niet toegestaan om in hun kloosters te verblijven. Ik ontmoette de voormalige abt van Sera Je (klooster) in het geheim. Hij gaf me mijn eerste geloften. In de jaren tachtig, na veranderingen in de Chinese politiek, kwamen monniken van het Sera klooster naar me toe en verzochten mij om naar India te gaan. Mijn vorige incarnatie was beroemd en ik werd aangemoedigd om naar India te gaan voor mijn opleiding. Vele mensen verzamelden geld voor me. Het was erg moeilijk om een paspoort te krijgen en ik moest twee jaar wachten voordat ik kon vertrekken. Pas na mijn ontsnapping naar India werd ik een novice monnik.’
Nadat Dagri rinpoche uit Tibet ontsnapte, zette Lama Yeshe zich in voor de incarnatie door Sera Je te ondersteunen, en nadat Lama Yeshe overleed, nam lama Zopa rinpoche deze verantwoordelijkheid op zich. Dagri rinpoche ondersteunt lama Zopa rinpoche op vele manieren, en onderricht Lam Rim, Lodjong (gedachtentransformatie) en filosofie, maar hij geeft ook initiaties, kan vuurpuja’s leiden en is bekwaam in tantrische commentaren.
Dagri rinpoche is door Dalai Lama erkend als één van de zestien Arhats. Binnen het Tibetaans boeddhisme wordt hij gezien als iemand die de grote verdienste had om 2500 jaar geleden te zijn geboren als één van de leerlingen van Shakyamuni Boeddha. Hij woont in het Namgyal klooster van de Dalai Lama in Dharamsala, India.
Op vrijdag 23 november is deze leraar in het Maitreya Instituut in Loenen (Gld). Het instituut kocht begin 2012 het voormalige Hotel Bosoord in Loenen (Gld), ter vervanging van het huidige centrum in Emst.
Hotel Bosoord telde 36 kamers, restaurant en diverse zalen. De vorige eigenaren kochten het in 2004 maar konden de exploitatie niet bolwerken vanwege de economische crisis. Ze boden het te koop aan voor een bedrag van ruim een miljoen euro. Vrijwilligers van het Maitreya Instituut hebben het voormalige hotel verbouwd tot een boeddhistisch centrum.
Bron: Maitreya Instituut Nederland.
Bron Wikipedia. Een tulku is binnen het Tibetaans boeddhisme een reïncarnatie van een verlichte lama. In boeddhistische filosofie wordt de terugkeer van de tulku naar het menselijk leven gemotiveerd uit mededogen om gelovigen te leiden op het pad naar verlichting.
Er zijn honderden tot duizenden tulku-lijnen in Tibet en erbuiten, met als bekendste voorbeeld, de dalai lama, waarvan Tenzin Gyatso volgens gelovigen de veertiende incarnatie sinds 1391 is. Naar wordt aangenomen is de eerste tulku-lijn die van de karmapa. Deze begint bij de tweede karmapa Karma Pakshi. In de reïncarnatielijn van de karmapa is er geen sprake van postume erkenningen. Bij de dalai lama en de pänchen lama is dat wel het geval.
De selectie van een tulku is omgeven door veel mystiek van visioenen, symboliek, nagelaten brieven van de overleden lama en meer. Deze ging in de loop van de eeuwen her en der ook steeds meer gepaard met belangen en misleiding. Gezien de politieke gevolgen daarvan, voerde de Chinese keizer Qianlong in de tweede helft van de 18e eeuw de Gouden urn in voor hoge, gezagrijke reïncarnaties. In de loop van de eeuwen is er meermaals sprake geweest van controverses waarbij er twee kandidaten zijn gekozen of waarbij de gekozen kandidaat geen interesse heeft zijn leven volgens monastieke tradities voort te zetten.