Zencentrum de Noorder Poort heeft drie interne en één externe vertrouwenspersoon aangesteld. De interne, Liz Cornelissen, Marjolein Kyosei Verboom en Sam Nierop, zijn nog in opleiding. De externe vertrouwenspersoon is dr. Carla Goosen . Vanaf 1992 werd zij regelmatig gevraagd voor klachtencommissies voor ongewenste omgangsvormen/integriteit bij bedrijven en overheden. De werkzaamheden in de klachtencommissies motiveerden haar om een vrije studierichting rechten te volgen welke zij in 2005 afrondde met twee masters op het gebied van Conflicthantering (Arbeidsrecht en Overheden) aan de Universiteit van Amsterdam.
In 2011 promoveerde zij aan de Rijksuniversiteit Groningen met haar proefschrift In vertrouwen. Een onderzoek naar de professionaliteit van de vertrouwenspersoon seksuele intimidatie tot dr. in de gedrags- en maatschappijwetenschappen bij prof.dr. M.C. Timmerman en prof.dr. A.E.M.G. Minnaert.
Het afgelopen jaar is er door het zencentrum gewerkt aan een regeling om met klachten en mogelijke conflicten om te gaan. De definitieve tekst van de regeling is nog niet helemaal klaar, maar de regeling is volgens Noorder Poort ver genoeg ontwikkeld om er al wel aandacht aan te besteden. Het centrum hoopt de volledige regeling voor 1 januari 2017 te publiceren.
Noorder Poort: ‘Overal waar mensen met elkaar samen zijn en interacteren, kunnen conflicten ontstaan. Dit kunnen verschillen van inzicht zijn of irritaties, maar binnen de context van een spirituele organisatie kunnen zaken die te maken hebben met macht, geld en seksualiteit een negatieve rol gaan spelen, zoals in de afgelopen jaren binnen diverse religieuze tradities is gebleken. Ook binnen onze sangha kunnen dergelijke irritaties, ruzies of verschillen van inzicht ontstaan. Tot onze sangha rekenen we de deelnemers aan de landelijke meditatiegroepen en aan de programma’s op de Noorder Poort, de meditatieleiders, de leraren, de osho’s en de zenmeesters.’
Noorderpoort adviseert mensen met klachten over iemand of als zij met iemand in conflict zijn gekomen er eerst met de betreffende persoon over te praten. Als dat niets oplevert of als dat om welke reden dan ook niet kan of niet lukt, dan kan een gesprek met één van de interne vertrouwenspersonen aangevraagd worden.
De interne vertrouwenspersonen zijn er voor gevallen waarbij geen sprake is van ernstig grensoverschrijdend gedrag. Een paar voorbeelden: je neemt deel aan een programma op de Noorder Poort en je voelt je onheus behandeld door degene die het leidt; je bent meditatieleider en hebt een conflict met een andere meditatieleider of met een leraar; een leraar propageert het gebruik van drugs op een manier die jij strijdig vindt met de geloften.
Noorder Poort stelt dat de informatie die aan de vertrouwenspersonen wordt gegeven nooit zonder toestemming van de klager met iemand gedeeld wordt. Deze vertrouwenspersonen zijn er volgens het centrum uitsluitend om de klager te ondersteunen en helpen te beslissen hoe de klager verder wilt gaan. Soms zal er geen vervolgstap nodig zijn maar is het contact al voldoende om de onvrede weg te nemen. In andere gevallen kan een vorm van bemiddeling wenselijk zijn. De regeling zal twee vormen van bemiddeling aanbieden, één voor conflicten tussen gelijkwaardige partijen en één voor conflicten waarbij er een ervaren machtsverschil is, bijvoorbeeld tussen een leerling enerzijds en een leraar of zenmeester anderzijds. Bemiddelaars zijn in eerste instantie vrijwilligers vanuit de sangha, die een korte training hebben gevolgd op dit gebied. Als ook de bemiddeling niet het gewenste resultaat oplevert, zal de vertrouwenspersoon helpen om te beslissen welke stappen er eventueel nog meer nodig zijn.
Externe vertrouwenspersoon
Wanneer er volgens het zencentrum sprake zou zijn van bijzonder ernstige zaken, zoals seksueel grensoverschrijdend gedrag, seksuele intimidatie, agressie of discriminatie of ongeoorloofde verhoudingen tussen een leraar en een student, is er ook de mogelijkheid om dit te melden aan de extern vertrouwenspersoon dr. Goosen. Indien gewenst kan zij de melder begeleiden en ondersteunen bij een gang naar de klachtencommissie. Het indienen van een klacht kan voor de klager immers zowel mentaal als inhoudelijk belastend zijn. Verder zal zij nazorg bieden aan melder/klager en zorgen dat de klacht goed wordt afgehandeld.
Sinds 1988 is dr. Goosen vertrouwenspersoon bij diverse instellingen en opleidingen; zij was in Nederland een van de grondleggers van de professionalisering van de functie van vertrouwenspersoon. Die door de jaren heen steeds zwaarder geworden. Vertrouwenspersonen moeten slachtoffers van seksuele intimidatie opvangen en begeleiden, maar ook optreden bij pesten, agressie en discriminatie op de werkvloer. De professionaliteit van de beroepsgroep is echter onvoldoende; het is hoog tijd voor een gecertificeerde opleiding, stelde ze als gedragskundige in haar proefschrift vast.
Vertrouwenspersonen moeten medewerkers die te kampen hebben met psychosociale belasting opvangen en begeleiden, zij moeten hen voorlichten en informeren en zij moeten leidinggevenden gevraagd en ongevraagd adviseren over knelpunten in het beleid, stelde Goosen in haar onderzoek in 2011 vast. Ook bracht ze alle sub-taken en de benodigde competenties gedetailleerd in kaart. Het onderzoek legde de basis voor een nieuwe, gecertificeerde en in de toekomst verplichte opleiding voor vertrouwenspersonen, die de Landelijke Vereniging van Vertrouwenspersonen- waar Goosen lid van is, vanaf januari 2012 ontwikkelde, in samenspraak met opleidingsinstituten.
De nieuwe opleiding moet garanderen dat een vertrouwenspersoon beter op zijn of haar taak is voorbereid, en absoluut onafhankelijk zal functioneren. Goosen: ‘Het gaat om een pittige en ook best solistische functie. Je moet je rug in heel moeilijke situaties recht kunnen houden. Je moet voor werknemers heel toegankelijk zijn en je moet ze totale geheimhouding kunnen garanderen. Daarom is de functie ook niet te combineren met een functie als bedrijfsmaatschappelijk werker, bedrijfsarts of P&O’er. Tegelijkertijd moet je leidinggevenden signalen aanreiken over overschrijdend machtsgebruik. Daarbij moet je je niet zomaar omver laten blazen.’
Als therapeut in de gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg behandelde zij jarenlang onder meer slachtoffers van seksueel misbruik en zette een terugval-preventietraject op voor jeugdige daders. Carla Goosen is onder andere gecertificeerd forensisch mediator en als zodanig lid van de stichting Forensische Meditation. Zij is lid van de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging voor Seksuologie (NVVS), maar mag zich volgens een woordvoerder van die vereniging, anders dan er op verschillende sites staat, geen seksuoloog NVVS noemen. Mevrouw Goosen is als pedagoog lid van de Nederlandse Vereniging van Pedagogen (NVO). Een paar uur per week is zij nog actief in de GGZ bij een instelling in het oosten van het land.
Sjoerd zegt
Het zou de boeddhistische gemeenschappen in Nederland sieren, als zij als criterium voor de aanstelling van een vertrouwenspersoon, een BIG-registratie als behandelaar op academisch niveau als voorwaarde zouden stellen.
Dan is het toezicht, de beroepscode en het tuchtrecht gegarandeerd.
bart zegt
“Wanneer er volgens het zencentrum sprake zou zijn van bijzonder ernstige zaken, zoals seksueel grensoverschrijdend gedrag, seksuele intimidatie, agressie of discriminatie of ongeoorloofde verhoudingen tussen een leraar en een student, is er ook de mogelijkheid om dit te melden aan de extern vertrouwenspersoon dr. Goosen” Aldus het artikel
Is als een Keisaku op je rug in tweeën breekt agressie? Als een zenmeester een katsu schreeuwt is dat ongeoorloofd? Is een leerling voor zijn/haar ontwikkeling negeren discriminatie? Tijdens dokusan zijn personen soms in tranen mag een meester/ leraar een schouder geven, of is dit ongewenste intimiteit.
Institutionalisering is de doodklap voor het Boeddhisme Het Christendom is er aan ten onder gegaan.
G.J. Smeets zegt
Institutionalisering is niet de doodsklap maar de overleving van elk -isme. En het Christendom is alles behalve ten onder. Het is springlevend, net als het boeddhisme. Voor mij hoeven ze allebei niet maar ik wil me er wel toe verhouden nu ze er toch zijn.