In het Tibetmuseum in Dharamsala, India, is onlangs de foto-expositie ‘Revisiting the Cultural Revolution in Tibet’ geopend. De samenstellers willen de culturele revolutie, zoals die onder Chinese bezetting ook plaatsvond in Tibet, vastleggen, maar daar ook lering uittrekken voor de toekomst.
De minister van cultuur van de Tibetaanse regering in ballingschap Karma Gelek opende de expositie. Het is belangrijk om terug te kijken op een decennium van hardhandig optreden tegen het Tibetaanse volk en de vernietiging van de Tibetaanse cultuur, zei zijn woordvoerder Dhardon Sharling. ‘Maar op hetzelfde moment kunnen we kijken hoe we daar mee om kunnen gaan waar het gaat om onze toekomst.’
De Chinese culturele revolutie die zo’n tien jaar duurde, wordt beschouwd in 1966 te zijn begonnen toen het politbureau van de Chinese communistische partij van Mao Zedong de zogenaamde 6 mei resolutie aannam. Tijdens de culturele revolutie in Tibet, in de jaren 1966-1976, werd de aanval geopend op de Tibetaanse religie, cultuur, identiteit en traditionele manier van leven. Uitingen van religie, zoals het tonen van gebedsvlaggen, het branden van wierook en prostraties waren allemaal verboden. De monniken en nonnen werden gedwongen om te huwen of naar werkkampen gestuurd.