Iedereen in Nepal kent de naam van de boeddhistische non Ani Choying Drolma (45), die een van de grootste popsterren van het land is. Zij bracht twaalf albums uit met melodieuze nationale wijsjes en Tibetaanse hymnen die als thema vrede en harmonie hebben. Haar muziek is als een fusie van traditionele Tibetaans en Nepalees stijlen. Religieuze liederen, gecombineerd met langzame rock en invloeden van blues en jazz.
Niet alleen in eigen land is ze beroemd, de zangeres die met een kaalgeschoren hoofd altijd in een saffraan gewaad optreedt, is ook bekend in onder meer de Verenigde Staten, Brazilië, China en India. Ze reist de hele wereld rond.
Drolma zegt volledig tegen het klassieke beeld van een boeddhistische non te zijn, die geïsoleerd in een klooster leeft en zich bescheiden en verlegen opstelt. Door die houding is ze ook onderhevig aan kritiek van de meer conservatieve Nepalezen. Die zich afvragen hoe het mogelijk is dat zij haar stem verkoopt, rijkdom vergaart en een luxe leven leidt en ook nog zegt non te zijn. Haar fans trekken zich niets van die kritiek aan en vereren haar als een popster.
Drolma gelooft dat de betekenis van haar songs verder gaat dan het leveren van een pakkende melodie. Haar teksten zijn volgens haar een manier voor de luisteraars om meditatie te beoefenen en handelen over spirituele kwaliteit.
Ani Choying Drolma (Kathmandu 4 juni 1971), ook wel bekend als Choying Drolma en Ani Choying (Ani, “non” als eretitel) is een boeddhistische non en muzikante uit het klooster van Nagi Gompa in Nepal. Ani Choying spreekt Nepalees, Hindi, Tibetaans en Engels.
Zij werd geboren in Nepal als dochter van Tibetaanse vluchtelingen. Zij zocht toevlucht in het kloosterleven om te ontsnappen aan haar vader die haar regelmatig sloeg, en ze werd op de leeftijd van 13 jaar opgenomen in het Nagi Gompa klooster. In het klooster werd haar talent onderkend door de Rinpoche en diens vrouw, en leerde zij naast meditatie, rituelen en ceremonieën de muziek die haar later beroemd zou maken. Zij werd de persoonlijk assistente van Tulku Urgyen Rinpoche tot diens dood in 1996.
Het klooster werd regelmatig bezocht, ook door westerlingen, vaak om te worden onderricht door de Rinpoche. Zij noemden Ani gekscherend “Ani Chewing Gum” en zij leerde van de bezoekers Engels. In 1994 bezocht gitarist Steve Tibbetts het klooster en stuurde opnames van Ani Choying naar muziekproducent Joe Boyd. Nadat Boyd er zijn goedkeuring aan gaf nam Tibbetts in 1997 met Ani Choying het albums Cho op, en een jaar later haalde hij Ani Choying en twee andere nonnen naar de Verenigde Staten voor een tournee. Het eerste concert vond plaats in de Iron Horse Saloon in Northampton (Massachusetts) en verliep niet geheel storingvrij. Toch werden zij door het publiek omarmd en sindsdien is Ani Choying zes maanden per jaar op tournee door landen als Brazilië, China, Singapore, Rusland, Frankrijk en Duitsland.
Later nam zij ook een album op met Sina Vodjani, en inmiddels is Ani Choying deel van een groep van Tibetaanse muzikanten die buiten Tibet optreden, tezamen met de zangers Techung, Karjam Saeji, Amchok Gompo Dhondup, Phurbu T Namgyal en Yungchen Lhamo, fluitspeler Nawang Khechog en de Joods-Amerikaanse Tibetaans genre speler Amalia Rubin.
Ani Choying was ambassadrice voor de eerste Wereld Nieren Dag in 2006 in Nepal; van 2007 tot 2009 nam zij zitting in de Lumbini Development Trust; in 2010-2011 in de organisatie en het selectiecomité van de Gautam Buddha International Peace Award. Ze was cultureel ambassadeur voor World View Nepal, goodwill ambassadeur in 2011 voor Nepal Tourism Year; betrokken bij Rollback Violence Campaign Nepal, voorzitter van de Aarogya Foundation en adviseur voor de Nepal Buddhist Federation.