Chinese autoriteiten zijn bezig met een grote internationale inspanning om de kostbare, in het verleden gestolen culturele schatten uit de boeddhistische grotten in Dunhuang op een digitale manier bijeen te brengen. Het gaat om manuscripten, muurschilderingen en standbeelden die door westerse expedities massaal zijn geroofd en uiteindelijk in musea in Europa, Azië en de Verenigde Staten terecht kwamen.
De meeste van de kunstwerken, gehouwen in zandstenen rotsen in de Mogao grotten, vonden hun weg naar het British Museum in Londen, het Nationaal Museum in New Delhi en het Hermitage Museum in Sint-Petersburg. Een deel van de collectie ging naar het Tokyo Nationaal Museum en het nationale museum van Korea.
De boeddhistische grotten van Dunhuang geven onderdak aan tweeduizend geschilderde beeldhouwwerken en honderden meters muurschilderingen en liggen in de Gobiwoestijn, op een belangrijke kruising van de oude Zijderoute. De Chinezen beschuldigen vijf, van wie zij noemen ‘verachtelijke schatjagers’ van het plunderen. De van oorsprong Hongaarse Aurel Stein, Paul Pelliot Capet, de Japanner Otani Kozui, de Rus Sergei Oldenburg en Landon Warner uit de Verenigde Staten, achten zij voornamelijk verantwoordelijk voor het roven uit de grotten Dunhuang.
Het merendeel van de kunstschatten, met inbegrip van rollen met boeddhistische geschriften in het Sanskriet, Khotanese en Oeigoer talen, werd meegenomen uit het beroemde ‘bibliotheek grot’, die per ongeluk in 1900 ontdekt werd door de Taoïstische monnik Wang Yuanlu, destijds de hoeder van de Mogao-grotten. De door Stein gestolen kunstwerken kwamen terecht in het British Museum maar vormen ook een indrukwekkende collectie in het National Museum in New Delhi.
Meer dan een eeuw nadat Stein arriveerde in Dunhuang, in 1907, is China begonnen met een grote gezamenlijke inspanning om de schatten van de grotten van Dunhuang virtueel in beeld te brengen. De Academie van Dunhuang, die op dit moment de Mogao-grotten onderhoudt, is een belangrijk steunpunt van het International Dunhuang Project (PIO). Deze ambitieuze multinationale onderneming is gericht op het herenigen van alle artefacten door middel van de hoogste kwaliteit digitale fotografie door samenwerking met internationale teams van conservatoren, catalogiseerders en onderzoekers. Het Nationaal Museum in New Delhi is een van de oprichters van het PIO.
De Chinezen beseffen dat ze de geroofde en onbetaalbare relikwieën nooit meer terug zien in eigen land. Maar, zegt Xudong Wang, de directeur van Dunhuang Academie pragmatisch: ‘Als we ze terug kunnen krijgen door middel van digitalisering is dat al heel wat op dit moment.
paul zegt
Pelliot and the chinese national treasure :
http://www.dailymotion.com/video/xeg3xd_paul-pelliot-et-le-tresor-national_travel