Vanmorgen is in een voormalige gereformeerde kerk in de Adriaan van Bergenstraat in Utrecht de Chinese Longquan Tempel van Groot Mededogen in gebruik genomen. Honderden mensen woonden de plechtigheid bij.
De president van de Buddhist Association of China, de eerwaarde meester Xuecheng, opende de bijeenkomst, waarna een aantal Nederlandse gasten, onder wie Ton Lathouwers (oprichter van Maha Karuna), André van der Braak (Vrije Universiteit Amsterdam), Tenkei Coppens Roshi (Zen River) en dr. Henk Blezer (Universiteit Leiden) het thema ‘Wat het Westen kan leren van het Chinees boeddhisme’ in hun beleving nader toelichtten.
Michael Ritman, woonde als voorzitter van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN) de inwijding bij. ‘Het thema van vandaag is wat mensen in het Westen kunnen leren van het Chinese boeddhisme. Welnu, kijk maar om je heen, om te beginnen kunnen we leren hoe we een prachtige boeddhistische tempel kunnen bouwen.
Maar bij het bouwen van het tempel gaat het niet alleen om het zichtbare resultaat. Het gaat ook om hard werken, om de echte overtuiging, om samenwerken. Bij het bouwen van een tempel is het belangrijk om samen als gemeenschap alle problemen het hoofd bieden. Een paar weken geleden zag ik in Amsterdam op de IDFA de film ‘Meneer Hu en de Tempel’. Meneer Hu was de drijvende kracht achter deze tempel. Bij het bouwen waren er grote problemen die overwonnen moesten worden. Maar dat is gelukt. Dankzij de doorzettingskracht van jullie gemeenschap, en dankzij de steun van de monniken van de Longquan tempel bij Peking (Beijing), hebben we nu een prachtige Chinese tempel, hier in het hart van Nederland.’
Ritman prees de doortastendheid van de monniken van de Longquan tempel. ‘In Peking is al een keer bewezen dat het altijd mogelijk is een nieuwe tempel te bouwen. De eeuwenoude Longquan tempel was nog niet zo lang geleden niet veel meer dan een ruïne. Maar na een grondige renovatie is ze nu mooier dan ooit. In feite verkeerde het boeddhisme zelf in China nog niet zo lang geleden in een belabberde staat. Maar tegenwoordig heeft China de grootste boeddhistische bevolking ter wereld, van 245 miljoen. Dit betekent dat de helft van alle boeddhisten ter wereld in China wonen. Ongeveer één op de vijf Chinezen (18%) is boeddhist.
Laten we ons niet vergissen. De Longquan tempel bij Peking dateert misschien wel van meer dan duizend jaar geleden, maar de nieuwe tempel is uiterst modern en bijdetijds. De tempel hoort niet bij één bepaalde stroming binnen het boeddhisme, maar is fundamenteel en principieel niet-sektarisch. De monniken zijn hoogopgeleid en hadden vaak al een succesvolle maatschappelijke carrière achter de rug voordat ze intraden in hun kloosterorde. De tempel heeft een rijk cursusaanbod van studie en beoefening voor leken en belangstellenden. Ze hebben eigen specialisten in huis op allerlei gebieden: IT’ers, wetenschappers, onderwijzers, redacteuren, grafische designers, webbouwers, vertalers, cartoonisten, bouwkundigen, en coördinators van maatschappelijk werk en liefdadigheid. Ze beschikken over een hele moderne aanpak om het boeddhisme onder de aandacht te brengen van een nieuw publiek, om zo het mensdom optimaal van dienst te kunnen zijn.’
In Nederland zijn er volgens recente onderzoeken ongeveer 60.000 boeddhisten. Naar schatting 110.000 mensen in Nederland zijn van Chinese afkomst. In 2011 verscheen een rapport van het CBS over de ‘Chinese Nederlanders’. Uit dit rapport is te leren dat ongeveer 15.000 ‘Chinese Nederlanders’ zichzelf als boeddhist ziet. Dit betekent dat ongeveer een kwart van alle boeddhisten in Nederland van Chinese afkomst is. Jullie gemeenschap is dus heel belangrijk voor de toekomst van het boeddhisme in Nederland, vindt Ritman.
Huis voor de gemeenschap
De BUN-voorzitter: ‘Het bouwen van deze prachtige tempel is een belangrijke bijdrage aan het boeddhisme in Nederland. Maar een tempel is niets meer of minder dan een huis voor de gemeenschap. Een levende boeddhistische gemeenschap vormen, dat is waar het om gaat. Je moet er voor elkaar zijn, als één grote familie. Een huis is alleen maar een huis als er een familie woont. Een tempel is alleen maar een tempel als het een huis is voor de gemeenschap.’
Ritman had ook een verzoek voor de leiding en monniken van de Utrechtse tempel. ‘Natuurlijk zou het voor de toekomst fijn zijn als er veel mensen komen om de tempel te bezoeken en foto’s te nemen. Maar het zou nog fijner zijn als er mensen komen die iets over het boeddhisme willen leren. Veel mensen in Nederland hebben wel iets met meditatie. Veel mensen in Nederland zouden best wel meer willen weten over het boeddhisme. Daarom heb ik een verzoek. Organiseer alsjeblieft meditatiecursussen, organiseer alsjeblieft studielessen over het boeddhisme. Organiseer dit voor je eigen gemeenschap, maar nodig ook een algemeen publiek uit. Ik kan me geen mooiere plek voorstellen om iets over het boeddhisme te leren dan deze prachtige Longquan Tempel van Groot Mededogen.’
Hans van Dam zegt
Wat we van de Longquan Tempel van Groot Mededogen kunnen leren over het boeddhisme moet nog blijken, maar wat we van de BOS-documentaire over de stichting van de Longquan Tempel van Groot Mededogen kunnen leren over onszelf is zo helder als glas.
Wat we over onszelf kunnen leren van het verschil tussen de stichting van de Longquan Tempel en de inwijding ervan (en de verslaggeving daarover) is al even indrukwekkend.
Ik ben er maar druk mee.