De Chinese Communistische Partij heeft gereageerd op Tibetaanse zelfverbrandingen met een geïntensiveerde golf van repressie. Deze repressie heeft geleid tot de veroordelingen, gevangenhoudingen zonder vorm van proces, of de verdwijning van tenminste 98 Tibetanen door hen te criminaliseren met behulp van een quasi-juridisch kader.
Een nieuw rapport van International Campaign for Tibet (ICT) documenteert de impact van de in december 2012 aangekondigde maatregelen, een maand na de benoeming van Xi Jinping tot hoofd van de Chinese Communistische Partij. De nieuw aangenomen maatregelen, die een antwoord moeten vormen op zelfverbrandingen over heel Tibet (nu in totaal 131), hebben geleid tot een piek in het aantal politiek gemotiveerde opsluitingen, waaronder in één geval oplegging van de doodstraf. Ook zijn er talrijke gevallen waarbij Tibetanen zijn ‘verdwenen’ zonder dat familie en vrienden op de hoogte zijn of ze al dan niet nog in leven zijn, vaak weken of maanden lang.
Tsering Jampa, Executive Director van de International Campaign for Tibet Europe stelt: “Deze ijzingwekkende nieuwe maatregelen hebben geleid tot de opsluiting van onschuldige Tibetanen en moeten overheden wereldwijd wakker schudden. De Chinese overheid heeft toevlucht genomen tot onaanvaardbare vormen van collectieve bestraffing om dissidenten in Tibet het zwijgen op te leggen. Ze maakt gebruik van pseudo-juridische taal zonder wettelijke basis, en baseren zich in plaats daarvan op propaganda, desinformatie en ontkenning van de werkelijkheid om familieleden en vrienden van de zelfverbranders te straffen.”
Het nieuwe rapport, “Daden van veelzeggende kwaadaardigheid – De criminalisering van Tibetaanse zelfverbrandingen” stelt vast dat:
- Tibetanen kunnen worden veroordeeld voor moord op basis van hun vermeende ‘intentie’ en het ‘veronderstelde vermogen om te beïnvloeden’, wanneer een Tibetaan zichzelf in brand heeft gestoken, aldus de in 2012 aangekondigde richtlijnen;
- Tenminste 12 of 13 Tibetanen zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen op grond van een ten laste legging van ‘opzettelijke doodslag’, omdat ze anderen zouden hebben ‘geholpen’ of ‘aangezet’ om zichzelf te verbranden, ondanks het schijnbare gebrek aan formeel juridische wetgeving, die een goede basis zouden leggen voor een dergelijke aanklacht,
- Sinds 2010 zijn tenminste 98 Tibetanen veroordeeld, opgesloten of verdwenen, op grond van een vermeende betrokkenheid bij een zelfverbranding; en de
- Chinese autoriteiten proberen families en de omringende gemeenschap te bestraffen, wanneer een Tibetaan zichzelf verbrandt. Dit gebeurt op grond van een aantal van april 2013 daterende regelgevingen in een van de gebieden, waar zich meerdere zelfverbrandingen voordeden.
Naar aanleiding van deze nieuwe maatregelen en de twijfelachtige legaliteit onder internationale en Chinese wet, adviseert ICT dat:
- De Chinese overheid alle Tibetanen vrijlaat die gevangen gezet zijn op grond van associatie met mensen, die zichzelf in brand hebben gestoken, zoals vermeende ‘medeplichtigheid’ of ‘aanzetten tot’; dat zij de verblijfplaats van de verdwenen personen volledig openbaar maakt, en alle maatregelen van collectieve straf voor families en hele gemeenschappen intrekt.
- De internationale gemeenschap de tegenstrijdigheid van de betrokken maatregelen met internationale en Chinese wet bij Chinese ambtenaren ter sprake brengt; en
- De Chinese regering de onderliggende grieven van de Tibetanen aanpakt door hun universele rechten te respecteren en betekenisvolle onderhandelingen met de Tibetanen aan te gaan.
Bron ICT.