Vorige week donderdagavond is brand uitgebroken in het boeddhistisch instituut van Serthar, in de Larung vallei in oostelijk Tibet. Meer dan honderd huizen van nonnen brandden af. Aangrijpende beelden tonen vlammen die de nachtelijke hemel in schieten, terwijl de brand snel om zich heen grijpt in de bescheiden houten en aarden huisjes van nonnen, in een van de grootste centra van boeddhistische onderricht ter wereld.
De oorzaak van de brand is onduidelijk, hoewel sommige lokale Tibetanen vermoeden dat het een gevolg is van aangestoken boter-lampen of kortsluiting. Een verslag van het officiële Chinese persbureau Xinhua meldt dat een onderzoek ingesteld is naar de toedracht. Er is geen melding gemaakt van gewonden of slachtoffers. Het instituut gaf een verklaring af waarin het meedeelde dat het zou zorgen dat de huizen zouden worden herbouwd, aldus Tibetaanse bronnen in ballingschap.
Volgens Tibetanen in het gebied, die foto’s plaatsten op de sociale media, sloeg het vuur toe in het gebied in Larung Gar waar nonnen wonen. Larung Gar in de Kardze (Chinees: Ganzi) prefectuur in Sichuan is de thuisbasis van het Boeddhistische Instituut Serthar (Chinees: Seda). Eén van de afbeeldingen laat reddingswerkers en brandweerlieden zien die puin verplaatsen, daarin bijgestaan door monniken.
Duizenden Tibetanen en Chinezen studeren aan het boeddhistische instituut in een uitgestrekte nederzetting aan de heuvels van het Tibetaanse gebied Kham. Het Serthar instituut, na de Culturele Revolutie in 1980 opgericht door de overleden religieuze leraar Khenpo Jigme Phuntsog, is uitgegroeid tot een van de belangrijkste centra voor Tibetaanse boeddhistische wetenschap en meditatie. Begonnen als een kleine hermitage in een afgelegen vallei, groeide Serthar uit tot een plek om onderdak te bieden aan duizenden monniken en nonnen van over heel Tibet en China, onder wie Chinese boeddhisten van overzee.
In 2001 werden meer dan duizend woningen in Serthar door de Chinese werkteams gesloopt en honderden monniken en nonnen werden verdreven in een ogenschijnlijke poging om de boeddhistische beoefening in het instituut te ondermijnen. In de afgelopen jaren is er in het gebied sprake van een repressieve veiligheidssituatie, na een golf van onrust in 2012, toen de Chinese troepen het vuur openden op een menigte vreedzame demonstranten in de nabijgelegen stad Serthar en een Tibetaanse man werd gedood. De protesten laaiden op na de verspreiding van folders en posters, die Tibetanen aanmoedigden om niet het nieuwjaar te vieren, maar in plaats daarvan de rouw te markeren voor de slachtoffers van het hardhandige optreden sinds 2008.
Bron ICT.