Chinese autoriteiten hebben vier Tibetanen uit het district Ngaba in de provincie Sichuan gearresteerd. Ze beschuldigen een monnik van het Kirti-klooster van het brengen van gebedsoffers buiten Tibet en twee leken van het onderhouden van contacten met Tibetanen buiten de regio.
De arrestaties begin september kwamen vlak na de sluiting van de kloosterscholen in het Kirti-klooster in de provincie Ngaba en het Lhamo Kirti-klooster in de provincie Dzoge, en na de gedwongen overplaatsing van meer dan 1.600 leerlingen tussen 6 en 17 jaar van de boeddhistische scholen naar door de staat beheerde kostscholen in ‘koloniale stijl’. Meer dan 1.000 leerlingen werden getroffen door de sluiting van de school in het Kirti-klooster.
In de nasleep van de sluiting van de scholen hebben de autoriteiten het toezicht geïntensiveerd en de Tibetanen in de provincie Ngaba strenge beperkingen opgelegd, waaronder het verbieden van communicatie met de buitenwereld. Na de sluiting van de school in juli werd een hooggeplaatste ambtenaar van het Chinese United Front Work Department enkele maanden in Ngaba County gestationeerd, waar hij nog strengere controlemaatregelen uitvoerde op zowel het klooster als de lokale gemeenschap.
De Chinese regering beperkt de communicatie tussen Tibetanen en hun familieleden en vrienden in het buitenland, omdat dit de nationale eenheid zou ondermijnen. Tibetanen hebben op hun beurt het toezicht door Beijing veroordeeld en gezegd dat de Chinese autoriteiten hun mensenrechten schenden en proberen hun religieuze, taalkundige en culturele identiteit uit te roeien.