In het pilot- onderzoek ‘Herbiciden en veerverlies bij roofvogels’ is een herbicide in haviken aangetroffen die kan verklaren waarom bij jonge haviken ernstig veerverlies en sterfte wordt waargenomen. Het onderzoek is uitgevoerd door de Werkgroep Roofvogels Nederland, CLM Onderzoek & Advies en Zoological Museum Netherlands.
Verliezen van vliegveren
Sinds de jaren ’90 wordt bij roofvogels het fenomeen “pinching-off” waargenomen. Hierbij verliezen kuikens in het nest (een deel van) hun vliegveren. De laatste 10 jaar zien waarnemers van de Werkgroep Roofvogels Nederland zelfs dat kuikens al hun veren verliezen, inclusief hun nestdons. Dit heeft grote gevolgen want de aangetaste jongen kunnen niet uitvliegen en overlijden. Sectie op kuikens laat symptomen zien van de ziekte Ochronose, die ook bij mensen bekend is. De huid vergeelt, bindvliezen rondom de pezen vertonen zwarting en in ernstige gevallen ontstaan afwijkingen aan het hart. Onkruidbestrijdingsmiddelen die behoren tot de zogenaamde fenyl-herbiciden blokkeren in planten het 4-HPPD enzym, dat een rol speelt in de fotosynthese. Bij dieren blokkeren deze herbiciden het enzym dat zorgt voor de afbraak van gifstoffen in het aminozuurmetabolisme. Als dit enzym niet goed werkt, ontstaat Ochronose.
Onkruidbestrijdingsmiddelen in voedsel havik
In dit pilot-onderzoek is spier-, kapsel- en nier/lever-weefsel onderzocht bij drie kuikens uit drie nesten van haviken met duidelijke pinching-off symptomen en verschijnselen van Ochronose. Bij alle drie de haviken is de stof tembotrione aangetroffen. Tembotrione is een 4-HPPD blokkerend herbicide, dat in Nederland op naar schatting een derde tot de helft van het maïsareaal wordt toegepast om onkruid te bestrijden. De gifstof kan opgenomen worden door zoogdieren en vogels, waaronder duiven, die zich voeden met akkerkruiden en jonge landbouwgewassen. Als deze ten prooi vallen aan haviken wordt de gifstof doorgegeven. Dit kan bij de havik acute en/of chronische effecten veroorzaken, afhankelijk van de giftigheid, dosis en duur van de blootstelling.
Het is verontrustend dat roofvogels (ook) gevoelig lijken te zijn voor onkruidbestrijdingsmiddelen die veel in Nederland worden toegepast. Het veelgebruikte onkruidbestrijdingsmiddel tembotrione zou door zijn werkingsmechanisme de waargenomen symptomen goed kunnen verklaren. Hoewel er nog veel onduidelijk is, ontstaat er een zorgwekkend beeld ten aanzien van dit type bestrijdingsmiddelen. Dit is aanleiding voor verder onderzoek naar de effecten van deze stoffen bij andere soorten en de route van deze stoffen vanaf de toepassing in het veld tot de vergiftigingsverschijnselen bij roofvogels. Het sterke vermoeden van een dergelijke relatie zou de autoriteiten (Ctgb, Provincies) moeten motiveren om het gebruik van tembotrione (en andere herbiciden met hetzelfde werkingsmechanisme) te heroverwegen. In het kader van de natuurbeschermingswetgeving is het de vraag of aan de gebruiksvoorwaarde dat negatieve effecten op beschermde soorten op voorhand uitgesloten kunnen worden, kan worden voldaan.