China heeft het gemunt op spirituele volgelingen van Taiwan als gevoelige doelwitten om zijn invloed te verspreiden. Omdat China’s militaire interventies en verbale dreigementen om Taiwan te intimideren niet het gewenste resultaat hebben opgeleverd, heeft Peking besloten om een minder dwingende aanpak te gebruiken voor zijn annexatiedoel.
Sinds kort richt China zich op niet-statelijke actoren met zijn aloude strategie van het zogenaamde verenigde front. Hiermee maakt China gebruik van de verschillen tussen zijn tegenstanders door bevriend te raken met kleine vijanden en grote vijanden te isoleren.
Peking wordt steeds vijandiger tegenover de vrijheid van godsdienst. Onder toezicht van de Chinese Communistische Partij (CCP) onderdrukt China de overdracht van religieuze kennis aan de volgende generatie, isoleert het Chinese christenen van de bredere wereldwijde gemeenschap van beoefenaars en houdt het christenen vast die kritiek hebben op de regering. China’s benadering van religie in Taiwan is complex en veelzijdig.
China heeft verschillende uitwisselingen, conferenties en culturele evenementen georganiseerd waarbij boeddhistische en taoïstische leiders uit Taiwan betrokken waren. Met deze activiteiten wil China de culturele en religieuze banden tussen het vasteland en Taiwan aanhalen en een gevoel van gedeeld erfgoed bevorderen.
China organiseert soms culturele voorstellingen, kunsttentoonstellingen en religieuze ceremonies om het rijke erfgoed van Peking onder de aandacht te brengen en Taiwanese jongeren te interesseren voor Chinese culturele elementen.
China beschouwt Taiwan als een deel van zijn grondgebied. Sommige Taiwanese tempels hebben toestemming gekregen om filiaaltempels op het vasteland te bouwen, wat vaak leidt tot aanzienlijke winsten bij het herontwikkelen van land. In 2006 legaliseerde China de Chinese Mazu Cultural Exchange Association, die een van de manieren is geworden waarop Taiwanese tempelleiders persoonlijke banden opbouwen met Chinese functionarissen.