VN-deskundigen hebben gisteren hun bezorgdheid geuit over beschuldigingen dat zogenaamde ‘arbeidsoverdracht’ en ‘beroepsopleidingsprogramma’s’ in de Tibetaanse Autonome Regio van China worden gebruikt als voorwendsel om de Tibetaanse religieuze, taalkundige en culturele identiteit te ondermijnen om de Tibetanen te controleren en politiek te indoctrineren, en waarschuwden dat dergelijke programma’s kunnen leiden tot situaties van dwangarbeid.
‘Honderdduizenden Tibetanen zijn naar verluidt sinds 2015 ‘overgeplaatst’ van hun traditionele leven op het platteland naar laaggeschoold en laagbetaald werk, via een programma dat wordt omschreven als vrijwillig, maar in de praktijk is hun deelname naar verluidt gedwongen’, aldus de VN-experts.
Zij merkten op dat het programma voor arbeidsoverdracht wordt gefaciliteerd door een netwerk van ‘beroepsopleidingscentra’, die zich minder richten op het ontwikkelen van beroepsvaardigheden en meer op ‘culturele en politieke indoctrinatie in een gemilitariseerde omgeving.’ De deskundigen stelden vast dat Tibetanen in het programma naar verluidt de Tibetaanse minderheidstaal niet mogen gebruiken en ontmoedigd worden om hun religieuze identiteit te uiten, beide door de autoriteiten beschouwd als obstakels voor armoedebestrijding.
In tegenstelling tot de beweerde focus van het programma op het verbeteren van de levensomstandigheden, zeiden zij dat het programma voor arbeidsoverdracht de Tibetanen verder kan verarmen en tot dwangarbeid kan leiden. ‘Tibetanen worden weggetrokken van duurzame middelen van bestaan waarin zij traditioneel een comparatief voordeel hebben, zoals wol- en zuivelproductie, en gaan werken voor laagbetaalde, laaggeschoolde banen in de verwerkende industrie en de bouw’, aldus de deskundigen. ‘Tibetanen worden rechtstreeks van opleidingscentra naar hun nieuwe werkplek overgebracht, waarbij het onduidelijk is of zij instemmen met dit nieuwe werk. Er is geen toezicht om te bepalen of de werkomstandigheden dwangarbeid zijn’, aldus de deskundigen.
Zij uitten hun bezorgdheid over het feit dat de ‘beroepsopleidingsprogramma’s’ bedoeld zijn om een niet-pluralistische, mono-raciale en mono-etnische natie te bevorderen, hetgeen in strijd is met het verbod op rassendiscriminatie in de internationale mensenrechtenwetgeving. ‘De Chinese regering is verplicht dergelijke discriminerende ideeën en praktijken te ontmantelen’, aldus de deskundigen. De deskundigen riepen de autoriteiten op duidelijkheid te verschaffen over de maatregelen die Tibetanen hebben genomen om af te zien van beroepsopleiding en programma’s voor arbeidsoverdracht, om toezicht te houden op de arbeidsomstandigheden van Tibetanen in hun nieuwe werkplaatsen.