De door de militaire junta afgezette Birmese leider Aung San Suu Kyi (76) wordt nu ook beschuldigd van opruiing. Het is de laatste in een serie tegen haar ingebrachte beschuldigingen waardoor ze tientallen jaren gevangen zou kunnen zitten. Haar advocaten wijzen de aanklachten af.
Suu Kyi en haar Nationale Liga voor Democratie werden door het leger afgezet tijdens een staatsgreep in februari 2021 die leidde tot een massale opstand en een meedogenloos optreden van de junta tegen andersdenkenden. Naar verluidt zijn er al meer dan duizend burgerdoden door het optreden van het leger. Suu Kyi staat onder huisarrest en heeft alleen met de buitenwereld contact als ze haar advocaten ontmoet en voor de rechtbank moet verschijnen.
Afgelopen dinsdag hoorde de rechtbank de getuigenis van de aanklager dat Suu Kyi de beperkingen van het coronavirus aan haar laars lapte tijdens de verkiezingen die haar partij vorig jaar met een ruime meerderheid won. In oktober verschijnt ze opnieuw voor de rechtbank op beschuldiging van corruptie.
De staatsraad is internationaal omstreden vanwege haar rol in de steun van het militaire regiem in de vernietiging van dorpen van de moslim Rohingya minderheid in Birma waarbij volgens internationale mensenrechtenorganisaties sprake was van genocide. Meer dan 700.000 Rohingya vluchtten naar het buurland Bangladesh waar ze zijn opgevangen in kampen. Vorig jaar pleitte Suu Kyi voor het Internationale Gerechtshof in Den Haag nog in het voordeel van de militaire machthebbers.