Vijf VN-mensenrechtendeskundigen hebben bij de Chinese regering hun bezorgdheid geuit over de verdwenen Panchen Lama en de reïncarnatieregels van Peking. China wil zich nadrukkelijk mengen in de procedure en kandidatuur inzake de opvolging van de Dalai Lama.
De vijf hebben de Chinese regering een verklaring gestuurd waarin zij hun ernstige bezorgdheid uitspreken over de voortdurende weigering van de Chinese regering om de verblijfplaats van de door China ontvoerde Gedhun Choekyi Nyima, de 11e Panchen Lama bekend te maken. De deskundigen willen ook dat China een onafhankelijke waarnemer toelaat om de verdwijning en de huidige verblijfplaats van de 11e Panchen Lama te onderzoeken.
De Panchen Lama, een van de belangrijkste figuren in het Tibetaanse boeddhisme, wordt vermist sinds de Chinese regering hem en zijn familie in 1995 ontvoerde, slechts enkele dagen nadat de Dalai Lama hem identificeerde als de reïncarnatie van de vorige Panchen Lama. Gedhun Choekyi Nyima was toen nog maar zes jaar oud.
In hun verklaring hebben de VN-deskundigen gezegd dat de regels van de Chinese regering over de benoeming van Tibetaanse boeddhistische leiders “de religieuze tradities en praktijken van de Tibetaanse boeddhistische minderheid op een discriminerende manier kunnen verstoren en mogelijk ondermijnen”.
De deskundigen hebben ook een beroep gedaan op de Chinese regering om ervoor te zorgen dat Tibetaanse boeddhisten ‘hun religie, tradities en culturen zonder inmenging vrij kunnen beoefenen’ zonder inmenging”, aangezien vrijheid van godsdienst het recht van Tibetaanse boeddhisten omvat “om hun geestelijken en religieuze leiders te bepalen in overeenstemming met hun eigen religieuze tradities en praktijken”. “De verklaring werd op 1 augustus openbaar gemaakt en werd ingediend door de Working Group on Enforced or Involuntary Disappearances; the Working Group on Arbitrary Detention; the Special Rapporteur in the field of cultural rights; the Special Rapporteur on minority issues; and the Special Rapporteur on freedom of religion or belief.
De mensenrechtenorganisatie International Campaign for Tibet (ICT) juicht de verklaring toe. Zij noemt de ontvoering van de Panchen Lama, Gedhun Choekyi Nyima, 25 jaar geleden een open wond in de harten en geesten van Tibetaanse boeddhisten. De VN-deskundigen onderstrepen volgens ICT ook dat elke inmenging van de staat in de benoeming van Tibetaanse boeddhistische leiders duidelijk in strijd is met de internationale mensenrechtenwetgeving. Zij erkennen terecht dat dit het geval zou zijn met de aangekondigde intentie van Peking om een toekomstige Dalai Lama te benoemen. De internationale gemeenschap zou daarom haar inspanningen moeten verdubbelen om de rechten van de Tibetanen te waarborgen om een toekomstige Dalai Lama te kiezen zonder inmenging van de Chinese regering, stelt ICT
De Chinese regering heeft herhaaldelijk het recht opgeëist om de opvolger van de huidige 14e Dalai Lama te kiezen en als gevolg daarvan heeft zij regels en voorschriften aangenomen om deze claim te ondersteunen, ondanks de kritiek van Tibetaanse boeddhisten, met name de Dalai Lama zelf.
Vorig jaar voerde het Amerikaanse Congres de tweeledige Tibetan Policy and Support Act in, die tot doel had van de VS om de steun aan de Tibetanen te verbeteren. Als Chinese functionarissen in de toekomst proberen hun eigen Dalai Lama te benoemen, zullen zij onder de wet sancties opgelegd krijgen.