Het hooggerechtshof in Manhattan, VS, buigt zich over de vraag of het bedrijf de Golden Buddha Corporation van de in 1993 overleden Filippijnse slotenmaker Rogelio ‘Roger’ Roxas recht heeft op onder meer het een ton zware 90 centimeter hoge gouden Boeddhabeeld dat Roger ooit vond. Het bedrijf klaagt Imelda Marcos (90), de weduwe van de beruchte voormalige Filippijnse president Ferdinand Marcos, aan voor meer dan 25 miljoen dollar.
De slotenmaker ontdekte de enorme buit van de Japanse generaal Tomoyuki Yamashita in 1971 toen hij een tunnelnetwerk uit de Tweede Wereldoorlog in zijn geboorteland Filippijnen doorkruiste en een voorraad goud, sieraden en juwelen met een geschatte waarde van 22 miljard dollar vond. Om vervolgens door dictator Marcos van zijn land te worden beroofd en een decennialange juridische procedure te moeten beginnen. Het goud, het boeddhabeeld en de sieraden waren geplunderd door Japanse troepen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De generaal werd in 1946 opgehangen door de Amerikaanse bevrijders van de Filippijnen en Roxas beweerde te zijn gevangen genomen, gemarteld en beroofd van de schat door de toenmalige dictator Marcos.
In 1988 diende Roxas in Hawaï een aanklacht in tegen Marcos en diens echtgenote vanwege de vermeende diefstal. In 1996 oordeelde een jury dat het bedrijf van Roxas recht had op 22 miljard dollar uit de nalatenschap van de Marcos’. Die uitspraak werd later teniet gedaan omdat er twijfel bestond over de waarde van de schat.
Imelda Marcos is inmiddels door een Amerikaanse rechter veroordeeld tot het betalen van 26 miljoen dollar aan de familie van Roxas omdat ze loog over haar toegang tot de nalatenschap van haar overleden echtgenoot. Ze heeft slechts ongeveer $1.4 miljoen aan de familie betaald. De familie van Roxas wil via het Hooggerechtshof van Manhattan de rest van het geld binnenhalen.