ProVeg roept op een einde te maken aan het EU-verbod om plantaardige melk met de term ‘melk’ te etiketteren. Ook hekelt ProVeg de ongelijke btw-tarieven in sommige EU-landen op plantaardige melk in vergelijking met lagere tarieven voor koemelk.
‘Sojamelk’ en ‘amandelyoghurt’ zijn volgens deze organisatie al tientallen jaren een begrip in Europa. Toch is het door de EU verboden om plantaardige zuivelproducten op de markt te brengen met voor de consument herkenbare namen. In de EU moeten ze gelabeld worden met minder duidelijke benamingen als ‘drink’ of ‘drank’. Landen zoals China, Zuid-Afrika en India zijn liberaler: daar mogen plantaardige alternatieven wel worden betiteld als ‘sojamelk’. ProVeg wil dat de EU deze onnodige wetgeving terugdraait.
In meerdere EU-lidstaten is de btw op plantaardige melk hoger dan op koemelk. Zo is in Spanje de BTW op sojamelk 10%, maar slechts 4% op koemelk. Dit betekent een 150% hogere btw op plantaardige melk. In Duitsland en Italië gaat het om respectievelijk 171% en 450% hogere btw op de plantaardige variant. Dit ondanks het feit dat de zuivelindustrie een belangrijke bijdrage levert aan klimaatverandering, waarbij de productie van één liter koemelk meer dan 22 keer meer water en ongeveer 12 keer meer land nodig heeft en drie keer meer broeikasgasemissies uitstoot dan één liter sojamelk. In Nederland gelden overigens wel gelijke belastingtarieven voor plantaardige en dierlijke melk.
De oproep van ProVeg om een einde te maken aan de discriminatie van plantaardige melk via etikettering en btw valt samen met de lancering van een nieuw rapport over plantaardige melk. Het vandaag gepubliceerde rapport onderzoekt voedingswaarden, marktgegevens, wettelijke kaders en de milieueffecten van plantaardige melk in vergelijking met koemelk. Zo wordt voorspeld dat de plantaardige zuivelmarkt in 2024 een grootte van $38 miljard zal bereiken. Het is daarmee het meest succesvolle segment binnen de snel groeiende veganistische markt.