Boeddhistische monniken in Cambodja doen meer dan mediteren, de tempel kuisen en mediteren. Een aantal van hen is als lid van de Monk Community Forest ook actief als boswachter en natuurbeschermer, en patrouilleert in de uitgestrekte Cambodjaans bossen en leren dorpelingen het woud te beschermen. Cambodja scoort hoog op de lijst van landen met een hoog ontbossing percentage
De eenheid is in 2002 opgericht door Bun Saluth, hoofdmonnik van de Samroang pagode en waakt over 184 vierkante kilometer in het noordwesten van Cambodja. Het is het grootste door de gemeenschap beheerde bosbeschermingsgebied in Cambodja, waar bijna 4.000 mensen in zes dorpen van profiteren. En voorstanders zeggen dat het laat zien dat religie een krachtig instrument kan zijn om de planeet te beschermen. De monniken zeggen niet geïnteresseerd te zijn in het verdienen van geld, en winnen zo het vertrouwen van de bevolking.
Hun inspanningen hebben bijgedragen aan het behoud van verschillende bedreigde soorten, waaronder de beer, gibbon, luipaard en schubdier in de dichte groenblijvende bebossing.
Vanaf het begin van de jaren 2000 begon Cambodja grote economische landconcessies voor mijnen, energiecentrales en boerderijen toe te kennen aan buitenlandse bedrijven om de groei te stimuleren en de armoede onder de bevolking te verminderen. Bossen maakten plaats voor rubber-, suikerriet- en houtplantages. Naar schatting 95 procent van de Cambodjaanse bevolking beoefent het theravada boeddhisme en monniken hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in de gemeenschap, van onderwijs tot sociale ceremonies. Ze zijn ook actief in politieke protesten en vredesopbouw. En als bosmonniken.