Afgelopen zondag, op de 60e verjaardag van de Tibetaanse nationale opstand in 1959, bracht een Chinese delegatie van de in Canada gevestigde Federatie voor een Democratisch China een bezoek aan Dharamsala, India, de hoofdzetel en woonplaats van de Dalai Lama, om haar solidariteit met de Tibetanen te betuigen. De federatie stelt dat haar doel hetzelfde is als van de Tibetanen: vrijheid, mensenrechten en bereiken van geluk in dit leven.
De mensenrechtengroep werd in 1989 opgericht na de protesten op het Tiananmenplein in China. Zij pleit voor de democratisering van China en heeft haar hoofdkantoor in Toronto, Canada.
Op 10 maart 1959 kwamen duizenden Tibetanen in de historische hoofdstad van Tibet, Lhasa, bijeen om hun leider Dalai Lama te beschermen tegen de vermeende bedreigingen van het Chinese leger. Het protest werd door China op brute wijze onderdrukt, met de dood van duizenden mensen tot gevolg. Hierna vluchtte de toen 23-jarige Dalai Lama samen met duizenden Tibetanen in het geheim naar India, waar hij sindsdien in ballingschap leeft.
In New Delhi, India, gingen de afgelopen drie dagen- vandaag is de laatste dag- Tibetaanse activisten ter gelegenheid van de 60ste herdenking van de Tibetaanse opstand de straat op. De activisten marcheerden naar de Chinese ambassade. Honderden Tibetanen die aan de mars deelnamen, riepen slogans tegen de Chinese regering en eisten vrijheid voor Tibet. De demonstranten hadden ook borden bij zich waarop stond: ‘Geef Tibet terug aan de Dalai Lama’ en ‘Vrijheid en rechtvaardigheid voor Tibet’.