Het in de Himalaya gelegen zogenoemde boeddhistische koninkrijk stelt alles in het werk om, ondanks de wens om economisch te groeien, een land te blijven dat niet afhankelijk is van fossiele brandstoffen. De bergachtige staat absorbeert drie keer meer CO2 dan het uitstoot, voornamelijk dankzij de weelderige bossen die 72 procent van zijn land bedekken.
In Bhutan staat geluk nog steeds boven winst en haalt het tot nu toe zijn inkomsten uit toerisme. De natie van 800.000 inwoners beperkt echter in het hoogseizoen toeristische aantallen door een vergoeding van 250 dollar per dag per toerist te vragen.
De grondwet bepaalt dat minstens 60 percent van Bhutan bosgebied blijft zo een rem zettend op de landbouw en een potentieel winstgevende houtindustrie. In het kader van een vijfjarenplan wil Bhutan zijn invoer van fossiele brandstoffen tegen 2020 substantieel verminderen. En waterkrachtcentrales bouwen. Het land heeft tot nu toe slechts 100 elektrische auto’s, maar wil dat aantal verhogen en is van plan om een landelijk netwerk van oplaadpunten te introduceren. In 2016 werden de eerste windturbines geïnstalleerd. Bhutan ervaart nu al de gevolgen van de klimaatverandering, van smeltende gletsjers, veranderende gewaspatronen tot de verspreiding van door muggen overgebrachte ziekten.