Tibetaanse boeddhistische monniken die in de door overstroming getroffen provincie Sichuan, China, leven zijn op weg gegaan om hulp te verlenen aan slachtoffers en ze in veiligheid te brengen na dagen van stortregens. Zo meldt Radio Free Asia (RFA).
In de provincie Dzoege in de Tibetaanse autonome regio (TAR) Ngaba helpen monniken uit het Taktsa klooster degenen die het zwaarst zijn getroffen zijn. Zij richten zich met name op bejaarden en kinderen en redden hun bezittingen uit ondergelopen huizen. Het meeste voedsel is reeds verloren gegaan. De woningen van de monniken in het Tsenyi-klooster in Ngaba zijn ondertussen ook vernield door de regen.
De schade in het Tibetaanse gebied is groot. Veel huizen van Tibetaanse families staan onder water, bruggen en wegen zijn weggespoeld en landbouwgronden staan blank. Aardverschuivingen hebben wegen geblokkeerd, waardoor veel ongelukken zijn gebeurd. De autoriteiten hebben de noodtoestand uitgeroepen in de bergachtige regio, waar duizenden reizigers zijn gestrand na aardverschuivingen en geblokkeerd belangrijke snelwegen en vertraagd vliegverkeer op de internationale luchthaven in de provinciale hoofdstad Chengdu.