Vooraf
In het Boeddhistisch Dagblad van 16 november heb ik het (voorlopige) DAR-advies aan BUN becommentarieerd. In dat stuk is gesteld dat DAR geen advies geeft maar een vrijblijvende intentieverklaring, dat meditators er helemaal niets aan hebben en dat meditatieleraren er alle kanten mee op kunnen. Op geen enkele manier worden de belangen van leraren en leerlingen benoemd, laat staan dat er een poging is gedaan om die belangen te respecteren en beschermen. Het DAR-advies berust op het concept vertrouwen. Het punt met vertrouwen is dat je het voor jezelf wel kunt vooropstellen maar dat je het van de ander niet kunt eisen. En dat is nou net wat het voorlopige DAR-‘advies’ wel doet.
Vertrouwen en afspraken
Vertrouwen is goed maar afspraken zijn beter, dat geldt ook en vooral onder vrienden. Ik denk aan het Chinese gezegde dat even vriendelijk als zakelijk is: ‘De bleekste inkt is betrouwbaarder dan het krachtigste geheugen’. Om die reden heb ik in mijn vorige stuk het idee aan de hand gedaan om werkafspraken te maken. Hierna volgen een paar constructief bedoelde suggesties voor wat een globaal model voor werkafspraken zou moeten bevatten. Daarbij ga ik uit van wat de relatie leraar / leerling feitelijk is: een werkrelatie. Les geven is hooggeschoold en doorgaans slecht betaald werk. En les volgen is ongeschoold zwaar werk voor nop. De essentie is dat beide partijen ‘belang’ hebben bij hun werk. Eigenbelang. En eigenbelangen kunnen het best worden samengebracht in werkafspraken. Het is een kwestie van zorg en voorzorg. Daarover gaan de volgende suggesties.
Contract, transparantie en BUN-lidmaatschap
– Erken dat a) elke leraar van een BUN-aangesloten organisatie waarvoor / waarin zhij werkt belang heeft bij zijn werk, en erken b) dat er minimale criteria zijn voor toelating van aspirant-leerlingen, voor welke leraar in welke organisatie dan ook.
– Zorg voor zakelijke kortsluiting tussen leraar en de organisatie waarvoor / waarbinnen hij opereert. Dat wil zeggen: een model voor een lerarencontract tussen de organisatie en de leraar die voor / binnen organisatie werkt. In zo’n model is plaats voor afspraken over a) logistieke zaken en b) financiële zaken en c) rolverdeling leraar / leerling incl. scheiding zakelijk en privé contact en incl. evt. represailles. Nota bene: leerlingen hebben ten minste inzage in c) en kunnen zich bij vermeende schending van afspraken door leraar de organisatie op de hoogte stellen. Desgewenst met behulp van een ombudsman/vrouw die door BUN erkend is.
– Zorg voor zakelijke kortsluiting tussen leraar en leerling. Dat wil zeggen: een leercontract tussen leraar en leerling. In zo’n contract worden afspraken gemaakt over a) logistieke en b) financiële zaken en over c) beider rol in de relatie, incl. scheiding zakelijk en privé contact en incl. evt. represailles. Nota bene: de organisatie heeft ten minste inzage in c) en kan een leerling bij vermeende schending van afspraken op de hoogte stellen.
– De aangesloten BUN-leden hebben inzage in elkaars bovengenoemde contracten maar niet per se in eventueel lopende interne klachtenprocedures.
Concreet
Dit betekent dit dat de DAR twee afspraak-modellen voor de BUN-leden maakt. Een lijstje voor een lerarencontract (relatie tussen leraar / organisatie), en een lijstje voor een leercontract (relatie tussen leraar / leerling). Die twee lijstjes zijn door ieder BUN-lid naar eigen smaak en inzicht in te vullen tot een concreet contract. Alle contracten van alle BUN-leden zijn ter inzage van alle BUN-leden, dat is de (kwaliteits)eis voor BUN-lidmaatschap: onderlinge transparantie. Nota bene: eventuele interne klachtenprocedures bij een aangesloten BUN-lid zijn niet per definitie ter inzage voor andere BUN-leden maar zijn er ook niet per definitie van buitengesloten. Elk BUN-lid besluit zelf over transparantie daarover.
Tenslotte
Je zult de leraren de kost moeten geven die privé door leerlingen worden achtervolgd of leerlingen hebben die zich niet aan de logistieke en financiële afspraken houden. Met een leercontract is elke leraar daartegen beschermd en het is aan de dienstdoende leraar hoe gedetailleerd het leercontract er precies uit ziet. Omgekeerd zijn er leraren die zich af en toe niet aan de officieuze regels houden – met soms zeer hinderlijke gevolgen voor de leerling. Met een lerarencontract is elke leerling daartegen beschermd en het is aan de betreffende organisatie hoe gedetailleerd het lerarencontract eruit ziet. Alle partijen verdienen bescherming tegen mogelijk grensoverschrijdend gedrag van elkaar. En niet op de laatste plaats: BUN beschermt zichzelf tegen vrijblijvendheid door onderlinge transparantie van de leden te regelen.
Ik zou het aardig vinden van DAR te vernemen of bovenstaande suggesties inderdaad worden gezien zoals ik ze heb bedoeld: constructief.
Vriendelijke groet van Goff J. Smeets
Joop Romeijn zegt
Deze ‘open brief van Goff’ is een goede aanleiding voor me, een keer m’n zwijgen in de kolommen van het Boeddhistisch Dagblad te doorbreken. Met name vanwege het onderwerp dat me na aan het hart gaat en waarmee ik me nogal bezig heb gehouden: functie, nut en noodzaak van de boeddhistische leraar.
Ik heb er ook over geschreven in m’n laatste blog: http://joopromeijn.blogspot.nl/2017/11/teken-van-leven-dood-boeddhisme-en.html
Mijn uitgangsvraag is: heeft een (enigszins gevorderde) beoefenaar wel een leraar nodig?
Die vraag is door de DAR overgeslagen en helaas ook door Goff
Het zijn sympathieke voorstellen, constructief ook zoals Goff hoopt te horen, maar geen goede voorstellen.
Goff gaat van een paar veronderstellingen uit waarmee ik het oneens ben, die ik onjuist acht.
– De eerste is de veronderstelling dat boeddhisme beoefenen samenvalt met mediteren. In sommige tradities en sommige sangha’s is dat het geval, maar zeker niet bij alle.
Daardoor maakt Goff makkelijk de taalkundige fout, bij ‘leraar’ aan de onderwijssituatie te denken, alsof de leraar-leerling verhouding in het boeddhisme ook maar enige overeenkomst met die van het onderwijs te maken heeft.
Het boeddhisme is ook, hoe verzwakt en verdund ook, een religie; het beoefenen ervan is dus niet alleen maar ‘leren’, maar ook en vooral samen met anderen met iets bezig zijn dat soms ook wel een beetje transcendent van aard is. Wat hier zo makkelijk de leraar wordt genoemd, is dan iets als ‘de voorganger’, de ‘voorzanger’ soms.
– De tweede is de veronderstelling dat de BUN ook maar enige competentie bezit. De beleidsmatige vaardigheden om de suggesties om te zetten n concrete teksten en procedures, ontbreekt; ook zal men het niet eens worden. Dat laatste is geen schande: er is niet één boeddhisme, er zijn er vele, met fundamenteel verschillende rollen (if any) van de leraar.
G.J. Smeets zegt
Beste Joop Romeijn,
“Mijn uitgangsvraag is ook door Goff overgeslagen.”
Nee, in het stuk waarnaar in de tweede zin hierboven gelinkt is heb ik die vraag heel duidelijk beantwoord. Daar heb je kennelijk overheen gelezen.
“Het zijn sympathieke voorstellen, constructief ook zoals Goff hoopt te horen, maar geen goede voorstellen.”
Of een voorstel al dan niet goed is wordt uitsluitend bepaald door degene voor wie het bedoeld is, niet door degene die het voorstel doet of door reageerders in dit discussiedraadje.
Wat de twee veronderstellingen betreft die je me toeschrijft:
– ik ga niet uit van het idee boeddhisme beoefenen = mediteren maar van het idee dat lesgeven en les nemen werk is, arbeid. En ik heb het dan ook niet over een onderwijssituatie (zoals je zegt) maar *expliciet* over een werksituatie en een werkrelatie. Van mij mag je dus leraar / leerling gerust vervangen door voorzanger / nazanger of iets dergelijks, het blijft arbeid.
– ik veronderstel niet, zoals jij zegt, dat BUN ook maar enige competentie heeft. Ik veronderstel ook niet dat BUN geen competenties heeft. Ik veronderstel enkel dat mijn open brief door BUN en DAR gelezen wordt en dat beide partijen met mijn input hoe dan ook er hun voordeel mee kunnen doen.
Ik veronderstel dat je in het vervolg heel goed leest wat ik opschrijf alvorens te reageren. Ik heb geen enkele trek om verder te reageren op dingen die me in de mond worden gelegd die ik niet gezegd, laat staan bedoeld heb.
Joop Romeijn zegt
Dat treft want mijn bijdrage aan het B.D. was eenmalig.
Je reductionisme van beoefenen van boeddhisme tot arbeid (en niet tot onderwijs zoals ik begrepen had) spreekt me overigens niet aan.
Zeshin zegt
Wat mij bevreemd is dat er over leraar en leerlingen gesproken word alsof het Boeddhisme een universiteit is in plaats van een religie.
G.J. Smeets zegt
Beste Zeshin,
het blogstuk gaat niet over boeddhisme maar over specifieke werkrelaties. Hoe je de deelnemers in die relatie noemt is niet relevant. Voor het redactionele gemak heb ik ze leraar en leerling genoemd. Voorzanger en nazanger is ook goed taalgebruik. Abt en monnik ook. Oude rot en beginneling ook. Meester en gezel ook. Docent en student ook.
Neem voor jezelf maar de lakmoesproef: ga jij bij een van de bezoekers van jouw centrum op les of consult? Nee dat doe je niet. Zij komen naar jou en dat doen ze niet voor niets. Jij bent bedrevener in het werk waarvoor je staat en dat je bezoekers onder de knie willen krijgen.
Johannes zegt
Universiteit? Ik heb het idee dat het gaat over een contract tussen een stagaire en het leerbedrijf waar het gaat werken.
Ik zou als leerling geen zin hebben een soort arbeidscontract te moeten tekenen. En al helemaal niet met de BUN als een soort geschillencommisie.
Ik vind dat je als leerling gewoon zelf verantwoordelijk bent wat je met de verhouding leraar leerling doet en daarvoor geen wederzijdse contracten voor nodig zijn. Als het niet bevalt kan de leerling of de leraar gewoon de samenwerking beëindigen.
Bovendien gaan contracten misstanden niet tegen. Dat zie in de hele samenleving.
G.J. Smeets zegt
Beste Johannes,
“Ik vind dat je als leerling gewoon zelf verantwoordelijk bent wat je met de verhouding leraar leerling doet…”
Exact! En die verantwoordelijkheid neemt de leerling voor iedereen controleerbaar met een leercontract. En dat is iets anders dan een arbeidscontract. Arbeidscontract is tussen leraar en zijn organisatie. Daar gaat nu net de open brief over. Goed lezen s.v.p.
Johannes zegt
Beste heer Smeets, lees je zelf wel goed? Je pakt een deel uit mijn stukje en haalt het uit het verband. Maar als je het stuk in zijn geheel leest, zal je hopelijk begrijpen wat ik bedoel. Wel een andere mening dan jou.
In het stukje van mij staat precies wat ik vind van jouw idee van een leercontract en arbeidscontract.
G.J. Smeets zegt
Beste Joop Romeijn 21 november 2017 om 19:31
nu loop je weg en zegt in het weglopen dat ik boeddhisme reduceer tot arbeid. Nee, ik reduceer boeddhisme niet tot arbeid. Dat is een reductie jouwerzijds van wat de open brief beoogt en de facto doet: de vaagheid en vrijblijvendheid van het voorlopige DAR-advies benoemen en potentieel vervangen door iets konkreets en zakelijks.
Boeddhistische organisaties, leraren die daarvoor / daarbinnen werkzaam zijn, leerlingen die om welke reden dan ook les willen hebben van een leraar, en ook een koepelvereniging zoals BUN hebben allemaal gewoon (eigen)belangen. Die kunnen maar beter worden geëxpliciteerd en via afspraken worden samen gebracht. Als het effe kan zwart op wit want de zwakste inkt is betrouwbaarder dan het krachtigste geheugen. En de koepelorganisatie zou voor een paar model-contracten kunnen zorgen. Meer is het allemaal niet en vooral niet minder.
Met wat boeddhisme is (of zou moeten zijn) volgens jou of mij of Zeshin of wie dan ook heeft het allemaal niet te maken en al onze meningen daarover zijn niet relevant. Relevant is dat alle menselijke relaties zakelijke aspecten hebben die van de relaties OOK en ONDER MEER een werkrelatie maken. Net als de reacties van de twee andere reageerders hierboven is jouw reactie wat dat betreft net zo vaag en vrijblijvend als het DAR-advies.
Gerben zegt
Oef, wat een moeilijke discussie…
Zelf heb ik, net als Joop, steeds minder affiniteit met de leraar-leerling relatie. De relatie is zo aan verandering onderhevig dat het zinloos is om aan vast te houden. Chemie kan veranderen,rollen kunnen zelfs omkeren.
Zelf laat ik mij altijd leiden door inspiratie. Welke specifieke onderdelen van de brede boeddhistische leer spreken mij in een bepaalde fase aan en wie weten dat enthousiasme aan te wakkeren? En daarin kan de vorm ook veranderen. Van face to face contact, tot anoniem contact via digitale dhammatalks op het internet. Inspiratie komt in vele vormen.
Lastig hoor om in contracten vast te leggen.
Toch snap ik natuurlijk de wens en noodzaak om duidelijkheid te scheppen en misstanden te voorkomen. Voor mij persoonlijk aub geen contracten. Voor anderen kan dat wellicht behulpzaam zijn.
Paulien van Poppel zegt
Ik merk, dat ik steeds minder vertrouwen krijg in het opstellen van regels en contracten met als doel misstanden te voorkomen. Vooral als ze algemeen geldend zijn, misschien wel voor een enkeling die graag zo wil werken. Ik heb een achtergrond in de zorg met BIG-registraties en toenemende regelgeving om “misstanden” te voorkomen. Vroeger was ik daar een voorstander van. Wat ik gemerkt heb van deze weg is, dat er e.e.a. op papier gezet wordt. Hardstikke goed. Dan komt er iemand die nog een belangrijke toevoeging heeft of een omissie recht wil zetten. Dan gebeurt er iets schandelijks en dan komt er regelgeving met als doel de misstand te voorkomen. Dit proces wordt steeds meer verfijnd, de regels op papier steeds verder uitgebreid. Ik heb nu niet meer het idee, dat meer op papier zetten misstanden voorkomt en kwaliteit verbetert, maar vrees het begin van een bureaucratisch monster dat nog eerder het tegenovergestelde effect heeft.
G.J. Smeets zegt
Beste Paulien,
Ik snap goed wat je bedoelt en je waarschuwing voor mogelijke burokratisering is ter zake. Maar let wel, mijn voorstel in de open brief hierboven is niet om regelgeving in te voeren maar om de vrijblijvendheid in het DAR-advies af te voeren. Vrijblijvendheid hef je enkel op door afspraken te maken. En afspraken hoeven echt niet te leiden tot burokraties gedoe. Daarom is in het voorstel expliciet opgenomen dat elke organisatie die lid van BUN is zelf bepaalt hoe gedetailleerd de modules van een modelcontract worden ingevuld. Het gaat in mijn voorstel om transparantie en controle achteraf – niet vooraf. BIG-registratie is regulering en controle vooraf. Ik blijf erbij: meditatieles-geven is werk en les nemen is ook werk. En daar horen werkafspraken bij.
Paulien van Poppel zegt
Beste G .J. Smeets, Je gaat zijdelings op mijn punt in, inderdaad bureaucratie. Dat laatste is een eindresultaat van een langdurig proces er voor. Ik nam BIG-registraties als voorbeeld, maar ik zie het overal als proces om ons heen. Wat ik bedoel is, je haalt de geest uit de fles met voorschriften / adviezen. Om afspraken te maken lijkt me voor de hand liggen, daarvoor heb je toch geen advies nodig. En als iemand niet zo wil werken, dan zal een advies daartoe niet dwingen.