In Ngari, de hoogstgelegen regio in Zuidwest Tibet, zijn arbeiders gisteren begonnen met de aanleg van een centraal verwarmingsproject. Ze beginnen met het leggen van buizen in de stad Shiquanhe, waarin het bestuur gevestigd is en op een hoogte van meer dan 4200 meter ligt.
Het project gaat warmte bieden aan 25.000 lokale huishoudens. Ngari heeft 217 dagen per jaar een temperatuur dat onder het vriespunt ligt. De laagste temperatuur ooit geregistreerd was 36.7 graden Celsius onder nul. Het centrale verwarmingsproject, waarmee het bestuur van de regio 150 kleine verwarmingsketels kan afsluiten, zal jaarlijks de consumptie van 31,600 ton steenkool teniet doen en een reductie van 92.000 ton kooldioxide opleveren.
Met de aanleg zal een eind komen aan het traditioneel branden van koemest om de huizen te verwarmen. Het project zal naar verwachting worden afgerond in twee jaar. De levering van warmte gebeurt door een thermische elektriciteitscentrale in de stad Shiquanhe.