Gisteren bij een postbus van PostNL, hier vlak bij de Kloosterbunker, ik moest er wat kaarten op de bus doen, zie ik een oudere jongen een stoep op rijden. Een been over de stang en hij verdwijnt uit het zicht. Het flitst door mijn hoofd: in welke woning gaat hij binnen, wie wonen er, wat voor relatie heeft hij met die mensen? Is hij gelukkig en leeft hij in vrede? Wordt hij getreiterd, is er harmonie, gaat hij graag naar huis? Wat is het voor jongen die ik een paar seconden zag?
Vroeger had de VPRO op de vrijdagavond op de radio het programma Hoogwerkers, programmamakers van die omroep lieten zich met een hoogwerker omhoog hijsen en gluurden bij de bewoners naar binnen, tot ze ergens naar binnenstapten en het gesprek aangingen.
Na die ervaring gisteren bij de postbus kijk ik heel anders naar mensen. Naar de jonge man en vrouw die ook in het Kloosterbunkergebouw wonen, en op straat de hond uitlaten, zij is langer dan hij, naar de man vandaag in de drukke stad die zijn kind in een wandelwagen vooruit duwde en gelukkig leek. Een vrouw die hard voorbij rent in het Kralingse Bos. Het boeddhisme leerde mij niet te labelen, een mens te zien, verder niets, of een fiets, een boom, noem maar op. Maar sinds gisteren vraag ik me af: wie ben je, ben je gelukkig, zijn de mensen om je heen gelukkig?
Moedig voorwaarts!
Wouter ter Braake zegt
TRAM
Elk gezicht
zijn eigen zorgen
Elk gezicht
haar eigen taal
Alle mooi
geen enkel lelijk
Elk gezicht
een nieuw verhaal.