Negen jaar lang mediteerde de rooms-katholieke monnik Hein Thijssen twee uur per dag in zijn kloostercel. Hij noemt ze nu de meest frustrerende uren van de dag. Later beoefende hij oosterse meditatietechnieken. Deed verwoede pogingen om zijn geest leeg te maken en nam een perfecte lotushouding aan. Uiterlijk zag het er prima uit, maar geestelijk bleef hij echter wegzakken in drijfzand.
,,Vijftig jaar ervaring hebben mij geleerd dat een kloosterlijke ascese, zowel in het Westen als in het Oosten, niet leidt tot bevrijding, verrijzenis of ontwaking. Het houdt de beoefenaars van de straat, ze lopen daardoor minder risico een ander pijn te doen. Maar het blijft iets gekunstelds en onnatuurlijk. Ik heb het zelf ervaren. Anderen zien je als een soort heilige, zoals een yogi in India, maar ik stond met lege handen en een verwaande kop. Zelfs mijn naastenliefde was niet spontaan. Het beoefenen van deugden en meditatie leidt niet tot verlichting. Meditatie leidt alleen tot concentratie, mogelijk tot inzicht. Maar zelfs inzicht leidt niet tot ontwaken, het vrij zijn van de terreur in en van je geest.”
Geen pad naar ontwaken
Duizenden boeddhistische monniken en nonnen sluiten zich op in kloosters en brengen vrijwel elke dag hun tijd door met oefeningen, meditatie, training en studie. Thijssen: ,,Ze beoefenen het achtvoudige pad, werken zich bijkans te pletter in een poging het nirvana te bereiken. Het lijkt wel wat op zegeltjes plakken, als je een kaart vol hebt, wissel je die in en heb je prijs. Maar het achtvoudige pad gaat nergens naar toe, leidt in ieder geval niet tot ontwaken. Als het al een pad is, het woord vind ik misleidend omdat het geen bestemming heeft, bewandel je het pas na je bevrijding, ontwaken of het bereiken van nirvana. Die natuur komt pas vrij als het systeem, dat dwangmatig en onnatuurlijk handelen veroorzaakt, de nek om is gedraaid. Is uitgeblust. Maar naar die staat leidt geen weg. Het is er allemaal al, hoeft alleen maar bevrijd te worden. Het is mijn overtuiging dat niemand tot bevrijding kan komen door uitsluitend deugden te beoefenen.”
Observaties
Thijssen: ,,De historische Boeddha zegt dat een mens die teruggekeerd is naar zijn natuurlijke staat, leeg en vrij is. Een juist inzicht heeft in de natuur der dingen en in zijn natuurlijk handelen. Maar zolang je die staat niet hebt bereikt is het volgens mij onmogelijk om een juiste levenswijze te hebben, geen kwaad te doen. Alleen voor een ontwaakte zijn dat natuurlijke zaken. Die leeft volgens de waarheden, ik noem ze liever observaties van de Boeddha, van het achtvoudige pad. Je kunt dan eenvoudigweg niet anders meer. In publicaties over oosterse spiritualiteit, meditatie en disciplines wordt veel te hoogdravend, gewichtig en onwaarachtig gedaan over zaken die eigenlijk de eenvoudigste zaak van de wereld zijn. Er zijn dan ook veel onderwijzers, weinig leraren.”
Thijssen wil niet kwetsen, geeft enkel zíjn werkelijkheid weer. ‘Maar ook mijn woorden zijn de waarheid niet, die moet iedereen zelf ontdekken. Zoals de Boeddha zelf al aangaf: ga niet af op tweedehands kennis, vertrouw het woord van anderen niet”. De oud-priester noemt de vier edele waarheden van de Boeddha zijn leidraad. Maar desondanks bleef hij worstelen met de vraag hoe hij zijn terreursysteem kon afbreken, het nirvana kon bereiken. ,,Ik was gefascineerd door zen, verdiepte mij jarenlang in de verschillende stromingen binnen het boeddhisme. De leer was uiterst logisch, de kennismaking met de vier edele waarheden beschouw ik als een van de grootste zegeningen in mijn leven. Maar het systeem in mij dreef mij voort om verder te gaan. Boeddhisme en Tao Teh Ching waren grote wijsheden op de weg naar bevrijding. Maar niet de weg zelf omdat die nergens anders dan in mijzelf ligt”.
Wurggreep
Het systeem hield Thijssen in een wurggreep. Het was zijn zelf, zijn manier van denken, zijn gevoelsleven en zelfs zijn lichamelijkheid, van een gekleurdheid, een kwaliteit, die door hem niet te controleren of te beïnvloeden was. Het systeem veroorzaakte onnatuurlijkheid en degradeerde de geest van Thijssen tot een ‘verzameling flarden’. ,,Ergens was er een antwoord, dat besefte ik heel sterk. Om van die flarden weer een eenheid te maken. Op een dag kwam een gedachte uit de Tao Teh Ching bij mij op. Eeuwenoude teksten, toegeschreven aan Lao Tze, de eerbiedwaardige ouwe. Die nauwelijks in woorden zijn weer te geven, de effectieve werkelijkheid. Tao, om datgene te zijn wat ze is, haar eigen werkelijkheid te verwezenlijken en tot haar eigen, natuurlijke voltooiing te komen. Het onbevooroordeeld kijken en observeren van de werkelijkheid. Zou de enige manier om het systeem uit te schakelen, niet zijn: gewoon niets te doen? Zou het terreursysteem verdwijnen als het doodbloedde? Ik besloot op te houden met er tegen te vechten. Zou het zich daardoor laten ontmaskeren als de grote, levende leugen? Maar dan zou ik ook mijn streven naar het bereiken van een natuurlijke staat los moeten laten. Geen controle, sturing, niets doen, alleen kijken. Wu-wei, niet handelen. Spontaan en onbewust als de ademhaling. Ik besloot uit het rad te springen, onbekend met van wat zich daar buiten afspeelde.”
Thijssen ging, naarmate het reinigingsproces op gang kwam, door een hel. Soms werd hij geestelijk en emotioneel volledig uitgeschakeld. Hij voelde een verschrikkelijke oerpijn. Alle onopgeloste gevoelens en pijnen werden onder de microscoop gelegd. Thijssen ervoer dat hij ze nooit werkelijk gevoeld en geïntegreerd had. Hij had ze weggeduwd en was ervoor op de loop gegaan. Dat wilde het systeem, om spanningen op te lossen. Het was een vriend en een vijand. Zoals gijzelaars soms een diepe emotionele band opbouwen met een gijzelnemer. De oud-priester zonk naar donkerste diepten en vond de wortels van zijn spanningen, roerselen en reacties. Hij beleefde een ware doodsangst. Was hij de grote verliezer? ,,Het ging er niet meer om wat er buiten mij gebeurde, maar om wat het voor mij betekende”.
Reinigingsproces
Het voelen van de echte pijn leidde uiteindelijk tot een totaal ontspannen leven. Er smeulde niets meer, er viel niets meer te verdedigen. Thijssen: ,,Het systeem, het ik, de waanbeelden over mij zelf, de leugen en spanningen, het vluchten, ze verdwenen. Ik voelde alleen maar. Er ontstonden heldere inzichten en begrijpen. Het was een begrijpen waar geen woorden voor zijn. Het werd een reinigingsproces met talloze inzichten in mezelf en anderen. Eén ding is me zeer duidelijk geworden en dat is dat verstandelijke inzichten nooit de oorzaak zullen zijn van die genezing, van een bevrijding. Als getuige was ik een buitenstaander, maar ik voelde als een insider. Die overgave aan het gevoel, het niets doen, daaraan komt nooit een eind. Het gaat altijd maar door. Er is geen zelfbeeld meer. Ik reageer op de werkelijkheid en ervaar die als iets natuurlijks. Alles verloopt langs de normale therapeutische weg van de natuur, mits die maar niet geblokkeerd wordt. Nu ik vrij ben en helemaal leeg, is ook alle hoop verdwenen. Hoop waarop? Er is een stilte ontstaan die niet meer verstoord kan worden. Mediteren in de traditionele zin van het woord kan ik niet meer. Het simpele, gedachteloze getuige-zijn en voelen gedurende de dag, het eenvoudige doen, heeft die plaats ingenomen. Moeiteloos en zonder krachtsinspanning.Het leven is een schijtende merel. Die vliegt en poept moeiteloos en zonder na te denken.`
Hein Thijssen is nu 82*. De koek is bijna op. Hoe kijkt hij terug op zijn leven? Vindt hij zich een oplichter, immers, hield hij de beminde gelovigen niet jarenlang voor de gek? In Canada was hij jarenlang pastor in een gebied met- meestal bezopen indianen. Hij predikte het woord van zijn God, tot hij op een dag besefte dat die God een implantaat was in zijn geest, lastig voor een priester die met die God zijn brood moest verdienen.
De oud-priester vindt van niet. ,,In mijn hart atheïst, bleef ik voor die indianen in Canada toch de pastor, ook al omdat er brood op de plank moest komen. Hoewel ik voor mezelf een leugen leefde, heb ik gelovigen op godsdienstig gebied altijd gegeven wat van mij verwacht werd. Ik had een drukke spreekkamer, trok volle kerken, maar vermeed dogma´s en moraalsystemen. In het diepst van hun hart zijn veel priesters op die wijze atheïst. Het kan niet anders, want theologie is het denken en redeneren over een god die de mensen zelf gecreëerd hebben. Nu denk ik: hoe heb ik het allemaal kunnen doen? Maar mijn leven is niet mislukt. Je moet de bewaarschool hebben gehad voordat je doorstroomt naar hoger onderwijs.”
Joppe zegt
Prachtig interview. Mooi verwoord van wat ik eigenlijk ook al dacht. It made my day. Dank hiervoor.
Marja zegt
Helder en zeer troostrijk.
Als ik weer eens niets begrijp van al dat oeverloze gewauwel wat voor boeddhistische wijsheden (van welke stroming dan ook) en kennis hierover moet doorgaan.
Opgelucht ga ik dus verder!
Jules Prast zegt
Hoewel deze mijnheer zelf uiteindelijk een weg heeft gevonden, blijft mij die focus op meditatie toch verwonderen. Het achtvoudig pad gaat immers ook over ontwikkeling van inzicht, spraak, levensonderhoud e.d.
De geschiedenis door hebben boeddhisten zich gericht op die onderdelen van het pad die binnen het bereik van hun levenssituatie en competenties lagen.
Het is een misvatting te denken dat alle boeddhisten mediteren. Dat liet men over aan kloosterlingen, en binnen kloosters vaak ook nog aan een selecte groep specialistische monniken.
De meeste boeddhisten in de geschiedenis hebben nooit gemediteerd maar op andere wijze de Dharma in hun levenspatroon geïntegreerd.
Mensen die denken dat ontwaken afhangt van meditatie jagen niet zelden voorstellingen na die wortelen in hun fantasie of de verbeeldingskracht van onze cultuur.
“Verlichting? Gaat u eerst maar eens de vloer dweilen,” zo haalde boeddhist en auteur Taitetsu Unno in een interview een keer een wijsheid aan uit het oude Japanse kloosterboeddhisme.
Het leven is een schijtende merel. Inderdaad.
Henk Molenaar zegt
“Het is mijn overtuiging dat niemand tot bevrijding kan komen door uitsluitend deugden te beoefenen.”
Erg mooie quote, je netjes aan de regels houden hoeft nog niet getuigen van inzicht, laat staan wijsheid.
Kees Moerbeek zegt
‘Deugden beoefenen’, klinkt kwezelig en misschien doet het sommigen denken aan pepermuntjes en auweltjes.
Maar de meeste van de Acht Paden, zo niet alle, gaan juist over het doen van het heilzame en het nalaten van het onheilzame. Als dat geen aanzetten tot het plegen van deugden is, weet ik het niet meer. Ik snap Henk wel. Het gaat om de motivatie!
Echter, regeltjes volgen kan een vaardig middel zijn. Zo werkt het. Je begint met regeltjes volgen en kwezelige deugden te beoefenen en al oefenend herken je de wijsheid erachter. Op den duur beoefen je dan geen deugd meer, maar je bent deugd. Lees voor ‘deugd’ ‘heilzaam handelen’ en ziehier de Dharma in een notendop.
En als het leven een schijtende merel is, dan is wijsheid een hondendrol met slagroom erop :-)
https://www.youtube.com/watch?v=GLVc1PLcD_o