Op een zonnige donderdagmiddag sta ik op de Noordsingel in Rotterdam te wachten op Sensei Gretha Myoshin Aerts, als ze breed lachend en met uitgestoken hand op me toe komt lopen. Ze gaat me voor en heet me welkom in Kanzeon Zencentrum Rotterdam. Hier praat ik zeker anderhalf uur geanimeerd met Gretha over haar leven, het Japanse zenboeddhisme, haar leraren en haar werk als zenleraar.
Door Nico Tydeman – volledige naam Niko Sojun Tydeman Sensei – ben je in contact gekomen met het zenboeddhisme. Kun je iets over hem vertellen en over hoe je hem hebt ontmoet?
Dat is al 32 jaar terug… Naar aanleiding van een bepaalde fase die ik doormaakte in mijn leven gaf hij mij een boekje van Nico. Hij zei: ‘Dit moet je eens lezen.’ Dat boekje vond ik erg inspirerend, het heette ‘Zitten, de praktijk van zen’. Het is een boekje dat heel direct toepasbaar is op het dagelijks leven en er zitten ook instructies in voor meditatie. Dat probeerde ik thuis, maar dan weet je natuurlijk niet of je iets goed doet of niet en waar het nu precies over gaat.
Toen heb ik me opgegeven voor een weekend zenmeditatie dat Nico gaf in Brabant. Daar heb ik hem leren kennen en leren mediteren. De eerste avond vroeg hij: ‘Is hier iemand die hier nog nooit gezeten heeft?’ Dus ik zei: ‘Ja, ik..’ Nico zei toen gekscherend: ‘Dat is wel gevaarlijk om te zeggen..’ Hij gaf me daarna instructies wat ik moest doen. De eerste avond had ik wel zoiets van: waar begin ik in godsnaam aan… Want het was wel een heel weekend stil zitten en niks zeggen tegen iemand. Dat was meteen in het diepe, zo’n stilteweekend. Maar ik vond het heel bijzonder. Dit is thuiskomen voor mij, dat popte zo op in m’n hoofd. Wat het precies betekende wist ik ook niet, maar het gaf me het gevoel van: hier wil ik meer van weten.
Dat maakte dat ik naar De Kosmos ben gegaan in Amsterdam, daar had Nico eens in de week een zengroep. Hij had tot die tijd vooral zen leren kennen via Karlfried Dürckheim. Een Duitse man die het zitten meegebracht had in de oorlog vanuit Japan naar Duitsland. Op een gegeven moment is hij leerling geworden van Genpo Merzel Roshi en ik ben in zijn kielzog meegegaan. In een bepaald opzicht moest Nico ook nog veel leren, hij was nog niet klaar.
Je andere leraar is dus Genpo Merzel Roshi. Wanneer heb je hem voor het eerst ontmoet en kun je iets over hem vertellen?
Genpo Roshi maakte altijd een trip door Europa en op een gegeven moment gingen mensen ook met hem meereizen. Dat heb ik ook een tijd gedaan. Hij kwam drie keer per jaar naar Nederland, ik had hem wel eens gezien in de Kosmos. In de zomer van 1984 ben ik toen naar een retraite van hem gegaan in de Tiltenberg. Dat centrum bestaat niet meer als zencentrum, het is nu een onderdeel van de katholieke kerk geworden.
Die retraite was een hele gebeurtenis, dat deed heel veel met me. Genpo Roshi is iemand die veel experimenteert met de vorm. Hij is opgeleid door Maezumi Roshi. Maezumi Roshi is een Japanner die naar Amerika was gekomen, maar hij had zijn volledige training gevolgd in Japan. Genpo Roshi is een leerling van Maezumi Roshi, dus hij heeft ook die hele traditionele zentraining gehad. Met de hiërarchie, de kleding, de stadia, de inwijdingsrituelen enzovoorts. Toen ik hem leerde kennen, wilde Genpo Roshi dat even opzij zetten. Hij wilde weten hoe we als westerlingen omgaan met deze traditionele vorm die uit Japan komt.
In plaats van dat hele strakke, traditionele, zaten we tijdens die eerste retraite in cirkels, waren er geleide meditaties en visualisaties. Dat is in de zentraditie niet zo gewoon. Soms was er muziek in de zendo, er waren groepsgesprekken, we deden yoga, het was prachtig weer buiten… Het was een geweldige retraite. Daarna ben ik heel veel naar retraites van hem geweest. Hij experimenteerde met die vrije vormen, maar als hij weer naar Japan was geweest voor bepaalde ceremonies, voerde hij daarna vaak weer een traditioneel vormaspect in, want dat vond hij dan ook wel weer heel belangrijk. Zo heeft hij altijd wel met de vorm gestoeid.
Tot op de dag vandaag? Of heeft dat zich op een bepaald moment gestabiliseerd?
Genpo Roshi heeft op een gegeven moment het Big Mind Proces ontwikkeld en op dit moment concentreert hij zich daar vooral op. Een enkele keer doet hij nog wel eens iets met zen, maar veel minder dan hij ooit gedaan heeft.
De Big Mind Training, die jij zelf ook geeft in Rotterdam, is een training die de inzichten van zen combineert met een westerse bewustzijnsmethode, Voice Dialogue. Wordt deze methode ook toegepast door andere zencentra, behalve door de volgelingen van Genpo Roshi? En wat zie jij als de meerwaarde van deze training?
De Big Mind Training is echt een vinding van Genpo Roshi zelf, die wordt niet door andere zencentra gegeven. Bij het Big Mind Proces wordt gebruik gemaakt van zen en de psychotherapeutische wereld, met het doel die twee bij elkaar te brengen. Toen Genpo Roshi zelf in opleiding was in Los Angeles kwam Hal Stone naar het zencentrum om de zenstudenten onderricht te geven in Voice Dialogue. Daar heeft Genpo Roshi het leren kennen. Veel later, toen Genpo Roshi kinderen had, gebruikte hij die methode wel eens om hen bezig te houden als ze een lange reis moesten maken. Daarna is hij met ons gaan experimenteren als studenten, op die manier heeft hij de Big Mind Training ontwikkeld.
Genpo Roshi was heel erg bedreven in het onderscheid tussen het relatieve en het absolute van ons bestaan, Big Mind, waar alle spirituele richtingen zich op richten. Veel minder op het persoonlijke bestaan. Het ging hem echt om inzicht verkrijgen in de Big Mind geest. Dat gegeven samen met de Voice Dialogue, die zich richt op de facetten van onze persoonlijkheid en die bevragen, dat is Big Mind Training.
Je kunt de persoonlijke facetten van iemand bevragen, maar je kunt ook Big Mind bevragen. De kunst is om de mensen te vragen de switch te maken van degene als persoon, als geheel, naar een facet van zichzelf. Dan moet die persoon ook echt gaan verzitten. Als je daar zit, dan ben je als het ware op dat moment dat facet in eerste persoon.
Dan ben je bijvoorbeeld de nieuwsgierige. Eerst vraag ik dan aan de persoon: mag ik de nieuwsgierige spreken? En als dat goed is, ga je verzitten. Vervolgens vraag ik: wie ben jij? En de ander zegt: ik ben de nieuwsgierige van Nelly. Dan is Nelly de derde persoon geworden en de persoon die naar voren komt, is de eerste persoon geworden. Op die manier kun je dan een gesprek aangaan en vragen stellen: Wat doe je als nieuwsgierige? Wat is je taak in het leven van Nelly? Kun je bedenken hoe jij als nieuwsgierige werkt om iets te weten te komen? Waarom doe je dat, wat wil je bewerkstelligen? Stel dat jij de enige bent van alle persoonlijkheden, die echt erg aanwezig is in Nelly, wat betekent dat dan voor haar als persoon? Of wat betekent het als jij, de nieuwsgierige, er niet mag zijn?
Al die kanten zijn energieën. Te nieuwsgierig is niet goed, en helemaal niet nieuwsgierig is ook niet helemaal goed voor de persoon. Niet dat het verkeerd zou zijn, maar als je een compleet mens bent, is het fijn als al die facetten van jou hun rol kunnen spelen op een gezonde manier.
Dus het gaat eigenlijk om het doorgronden van de persoonlijkheid? En jullie kijken dan naar de persoonlijke kant en de verlichte kant. Dat laatste is dan wijsheid en mededogen heb ik gelezen. Proberen jullie die kant naar boven te laten komen, of laten jullie het als een natuurlijk proces gaan?
Je bevraagt en die kant geeft eigenlijk zelf antwoord. En iedere kant, ieder facet van de persoonlijkheid, iedere stem, iedere energie, kan niet goed werken als die teveel of te weinig aanwezig is. Het gaat erom die kanten te leren kennen, te erkennen. Van de meest fijne kant tot de meest duistere kant. Om ze te leren kennen, om ze te laten spreken, te herkennen, ook te belichamen. Niet vanuit een afstandje en observerend, maar: durf ik echt even die stem te zijn, zonder censuur? Om echt te leren zien wat voor energie erin zit.
Dan is het aan de persoon die kennis krijgt van dat deel om zoveel wijsheid en mededogen te hebben dat die kant op een goede manier ingezet kan worden voor het leven. Het is een soort integratieproces. Die kant is op zich niet goed of verkeerd, maar misschien is deze door omstandigheden van het leven, en van de opvoeding en van wat wel hoort en niet hoort, onderdrukt geraakt of enigszins verdwenen in je leven. Maar die is er wel. Door die kant wat meer aandacht te geven, leer je meer kennen van jezelf.
Ik begeleid ook wel eens iemand persoonlijk en dan kun je nog ingaan op de vraag: door welke omstandigheden is die kant onderdrukt geraakt? Ik stel me niet op als psychotherapeut, maar er zit wel een psychologische kant aan. Ik doe dit op een dusdanige manier dat het helend kan werken.
Altijd in combinatie met zen, want de Big Mind Training is altijd in combinatie met zen toch?
Ja, het komt voort uit mijn hele eigen training die ik gehad heb, ook in dit proces. In bepaalde tijden in mijn leven heb ik zelf psychotherapeutische begeleiding gehad, zodat ik bepaalde mechanismes ook wel ken. Ik ga nooit verder dan waar ik in mijn gevoel in mijn eigen ervaring geweest ben. Ik denk niet: dit zegt het boeddhisme en dat moeten we dan maar geloven. Maar: wat heeft het met mij gedaan als ik daarmee werk? Het is mooi om aan te nemen, het klinkt logisch of duidelijk, maar hoe zit dat in ons, in mijn leven?
Wanneer ben je naar Salt Lake City gegaan om in het centrum van Genpo Roshi te wonen en te werken? Kun je iets vertellen over je tijd in Amerika?
In 1989 ben ik voor het eerst naar Amerika gegaan naar het centrum van Maezumi Roshi en naar het centrum van Genpo Roshi in Main. Maezumi Roshi heb ik ook een aantal keer ontmoet. Een keer in zijn eigen centrum en hij kwam een paar keer mee met Genpo Roshi naar Europa. Dat vond Maezumi Roshi heel bijzonder. In eerste instantie ging ik zo nu en dan een maand naar Amerika, soms reisde ik mee door Europa, dan ging ik weer drie maanden naar Amerika, soms een half jaar. En uiteindelijk heb ik van 1999 tot 2001 in Amerika in Salt Lake City gewoond.
Toen ik in het centrum van Genpo Roshi woonde, hadden we de meeste tijd een dagprogramma. Dat was een vol programma met lange dagen. Van ’s ochtends tot ’s avonds laat mediteren, afgewisseld met loopmeditatie, het reciteren van soetra’s, werk, een toespraak of verhaal van de leraar en in de middag was er een pauze. Toen ik er woonde, waren die periodes met zo’n intensief programma soms wel drie maanden achter elkaar. Soms was er een paar weken niets, maar dan was er wel ’s morgens en ’s avonds meditatie, en dan ging ik in de ochtenden regelmatig buiten de deur werken om wat zakgeld te verdienen.