Over het verschil tussen echte dromen en dromen van echtheid.
Meester Nitwit: Heb jij het voor het zeggen in dit leven?
Leerling: Nou en of, ik maak mijn eigen keuzes.
Meester: De mensen waarover je ’s nachts droomt, hebben die het voor het zeggen?
Leerling: Ik denk het niet.
Meester: Waarom niet?
Leerling: Die zijn niet echt.
Meester: Waarom denk je dat?
Leerling: Omdat ze alleen in mijn dromen verschijnen.
Meester: De ik in je dromen, heeft die het voor het zeggen?
Leerling: In mijn dromen denkt hij van wel.
Meester: En achteraf?
Leerling: Achteraf natuurlijk niet.
Meester: Waarom niet?
Leerling: Omdat het slechts dromen zijn.
Meester: Ben jij wel echt?
Leerling: Wie droomt er anders al die dromen?
Meester: Wat als je zometeen wakker wordt?
Leerling: Nog een keer?
Meester: Hoezo?
Leerling: Ik ben vanmorgen al wakker geworden.
Meester: Misschien was dat ook maar een droom.
Leerling: Dat ik wakker werd?
Meester: Kan toch?
Leerling: Ik veronderstel van wel.
Meester: Tenzij dat ook een droom was.
Leerling: Dan zou ik gedroomd hebben dat ik droomde dat ik wakker werd.
Meester: Een matroesjka van dromen.
Leerling: En dit gesprek dan?
Meester: Wat is daarmee?
Leerling: Is dat echt?
Meester: Wat denk jij?
Leerling: Als ik op mijn gevoel afga wel.
Meester: Is je gevoel betrouwbaar?
Leerling: Ik sta er niet voor in.
Meester: Als dit gesprek een droom is, heb jij het dan op dit moment voor het zeggen?
Leerling: Als het een droom is niet.
Meester: En als dat ook een droom is?
Leerling: Als het een droom is dat dit gesprek een droom is waarin ik het niet voor het zeggen heb?
Meester: Is het dan weer echt of dubbel onecht?
Leerling: Ik durf het niet te zeggen.
Meester: Nou, ik ook niet.


