Leerling: Wat is liefde?
Meester Nitwit: Je haat onder ogen zien.
Leerling: Haat waarvoor?
Meester: Voor alles wat je haat aan jezelf, aan anderen, aan de wereld.
Leerling: Liefde is mijn haat onder ogen zien?
Meester: Erkennen. Toegeven.
Leerling: Niet bestrijden?
Meester: Strijd vloeit voort uit haat en omgekeerd.
Leerling: Ook de strijd tegen de haat?
Meester: Het blijft haat en strijd.
Leerling: We moeten het strijden bestrijden, wou u zeggen.
Meester: De strijd tegen strijd vloeit voort uit de haat van de haat en omgekeerd.
Leerling: Wat is haat?
Meester: Haat is afwijzen wat er is.
Leerling: We moeten aanvaarden wat er is.
Meester: Afwijzen wat er is, is ook wat er is.
Leerling: We moeten het afwijzen aanvaarden.
Meester: Het afwijzen van het afwijzen is ook wat er is.
Leerling: En liefde is het niet onder ogen zien van je haat onder ogen zien?
Meester: Als je kunt.
Leerling: En als je dat niet kunt?
Meester: Dan zie je dat maar onder ogen.
Leerling: En als je dat niet kunt?
Meester: Enzovoort.
Leerling: En dit wou u liefde noemen?
Meester: Hoe je het ook noemt.

