Hoelang duurt een piekervaring?
Beste Hans,
Graag wou ik je een stukje voorleggen uit een interview met Eugène Ionesco, de absurdistische Franse toneelschrijver:
‘Mij zijn momenten van zekerheid te beurt gevallen. Op dat stuk heb ik een ervaring gehad. Ik was zeventien jaar. Op een dag wandelde ik door een provinciestad, in de maand juni, ’s morgens. Plots kwam de wereld mij voor als verheerlijkt, zó dat een overweldigende vreugde me aangreep en ik tot mezelf zei: wat er ook nog gebeurt, nu wéét ik. En ik zal me dat moment altijd blijven herinneren. Ik zal dan ook nooit meer helemáál wanhopig zijn.
Ik kan u niet vertellen wat het was omdat het echt niet te vertellen is. Er was zoiets als een verandering in de aanblik van de stad zelf, van de wereld, van de mensen. De hemel leek me dichterbij, bijna tastbaar. Het enige wat ik zeggen kan is: intensiteit, aanwezigheid, licht. Met die woorden kan men het min of meer weergeven. Maar een definitie is niet mogelijk.
In elk geval, op dat moment zei ik tot mezelf dat ik zeker was. Had men mij gevraagd: zeker waarvan, dan had ik het niet kunnen zeggen. Ik was vervuld van een zekerheid, en ik heb bij mezelf gezegd dat ik nooit meer ongelukkig zou zijn, dat ik me op de kwaadste momenten dit ogenblik zou herinneren.
Het heeft zich, twee of drie jaar later, herhaald, met minder kracht; en daarna nooit meer. Ik ben het vergeten. Het is niet meer iets levends.’ (Wat is mystiek, Paul Mommaers, 1977, pagina 36.)
Kun jij je een beetje vinden in deze omschrijving?
Beste Rinus,
Het enige raakvlak tussen deze beschrijving van Ionesco en mijn beleving van niet-weten zit in de derde alinea. Ionesco is vervuld van zekerheid en kan niet zeggen waarvan. Ik ben ook vervuld van zekerheid en ik kan ook niet zeggen waarvan.
Bij Ionesco doet het gevoel van redeloze zekerheid zich voor tijdens twee piekervaringen aan het begin van zijn levenspad, de tweede al minder krachtig dan de eerste. Bij mij is het gevoel er volcontinu sinds ik op mijn negenenveertigste mijn roer verloor.
Ionesco heeft in zijn momenten van zekerheid bij zichzelf gezegd dat hij nooit meer ongelukkig zou zijn, en nooit meer helemaal wanhopig. Ik heb dat nooit bij mezelf gezegd, zou het nooit hebben kunnen zeggen. Niet-weten biedt geen enkele garantie voor je gevoelsleven of voor wat dan ook – het is iets levends.
Rinus: Wat voor geluk is het geluk van niet-weten?
Hans: Geluk bij een ongeluk.
Rinus: Welk ongeluk?
Hans: Dat je het niet meer weet.
Rinus: Welk geluk?
Hans: Dat je het niet meer weet.