Meester Foe-Tsie was bijzonder vooruitstrevend.
Eerst hief hij het spreken op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij de leer op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij de geest op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij de boeddha op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij het mediteren op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij de gemeenschap op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij de wereld op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij zichzelf op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij het zwijgen op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij de niet-leer op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij de niet-geest op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij de niet-boeddha op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij het niet-mediteren op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij de niet-gemeenschap op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij de niet-wereld op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij niet-zelf op.
Dat gaf me toch een ophef!
Toen hief hij het opheffen op.
Dat gaf totaal geen ophef.
Toen was alles weer gewoon.
Deze tekst maakt deel uit van de serie Niet om door te komen, de Poortloze Poort. Woord: Hans van Dam. Beeld: Lucienne van Dam. Alle teksten van deze serie. De Poortloze Poort op NietWeten.nl. Alle publicaties van Hans van Dam in het Boeddhistisch Dagblad.