Met je derde oog kijk je er zo doorheen.
Vloeken
De dharma begrijpen is de dharma doorzien.
Zelf had ik de dharma al doorzien voor ik hem begreep – al voor ik er kennis mee had gemaakt.
Je kan ook zeggen dat ik hem nooit begrepen heb, dat komt op hetzelfde neer.
Je kan ook zeggen dat begrijpen niet de weg is, dat komt op hetzelfde neer.
Voor sommige boeddhisten is dit vloeken in de tempel, voor mij is de tempel de plaats waar je leert vloeken.
Tunnels
Beginners willen de boeddhistische berg beklimmen en dat valt vies tegen.
Gevorderden willen de boeddhistische berg afdalen en dat valt vies tegen.
Ikzelf liep er altijd in een wijde boog omheen, dat viel wel mee.
Nu ik wat ouder wordt, en minder goed ter been, boor ik er dwars doorheen.
Kriskras in alle richtingen, hoe meer doorgangen hoe beter.
Want een berg zonder tunnels is als een vorm zonder leegte.
Steekspel
Omdat ik me nooit op de dharma heb verlaten heb ik hem nooit hoeven verlaten.
Voor een agnost als ik is het doden van de Boeddha daarom niet meer dan een steekspel met een stropop.
Gelukkig maar, een traditie de rug toekeren schijnt een traumatische ervaring te zijn.
Jezelf bevrijden van andermans bevrijdingsleer, ga er maar aan staan.
Het blote oog
Om het onweten in het boeddhisme terug te vinden heb ik me erin moeten verdiepen.
Ook een traumatische ervaring, maar gelukkig heb ik er helaas niets aan overgehouden.
Anatman, prajnaparamita, pratitya samutpada, sunyata, noemen boeddhisten dat ‘niets’ geloof ik, of zal ik zeggen, dat ‘niets geloof ik’, dan lijkt het nog iets.
Hoe je het ook noemt, niets is wat het lijkt, zeker het boeddhisme niet.
Zen is een berg van een gat. Met het blote oog kijk je er zo doorheen.