Lettergrepen naar niet-weten.
Nog weer eens vergeefs
opent hij zijn snaveltje,
eenzaam vogeljong.
(Issa)
Nog weer eens vergeefs
opent hij zijn tere kelk,
eenzaam krokusje.
(Hans)
Mussenjong in nest
spert zijn keeltje open, ah,
zonlicht in zijn buik.
(Hans)
Krokus in het gras.
Moedermus vliegt af en aan.
Kelkje vol met brood.
(Hans)