De strop van de lineage.
Wat is zen?
Oorspronkelijk is het boeddhisme een heilsleer, een weg uit het lijden, uit de eeuwige kringloop van geboorte en dood.
In het zenboeddhisme, zeker in de soto-traditie, is dit aspect van verlossing uit samsara op de achtergrond geraakt. Net als advaita en dzogchen is sotozen een eenvoudige realisatieleer:
Er is geen doel, dus er is geen weg.
Er is niets om je van te verlossen en niemand om te verlossen.
Je hoeft niets te doen, te laten of te worden.
Realisatie is je realiseren dat er niets te realiseren valt.
Inzicht is inzien dat er niets valt in te zien.
Wat is zazen?
Daar zen altijd hier is, kan je er net zo goed bij gaan zitten. Zenboeddhisten noemen dat zazen, dan lijkt het nog wat.
Zazen dient geen hoger doel. Om toch iets te doen te hebben, maak je van het zitten een deugd. Zenmeditatie is dus niet bij de pakken neerzitten maar schoonzitten, liefst in lotushouding, met geloken ogen, je tongpunt tegen je verhemelte, je voeten op je dijen en je duimtoppen tegen je vingertoppen.
De eerste vijfentwintig jaar doet zazen zeer. Net als je eraan begint te wennen krijg je artrose. Van de pijn blijf je wakker, een ander woord voor realisatie.
Schoonzitten en verder niets heet in het Japans shikantaza. Om de tijd te verdrijven, die anders wel erg langzaam gaat, en om bij de les te blijven, al wordt er niets geleerd, mag je tijdens shikantaza je ademhalingen tellen.
Als je ondanks de pijn en het tellen in slaap blijft vallen, kan je beter rinzaizen gaan doen. Dan krijg je raadseltjes op, koans, die je zelfs ’s nachts wakker houden.
Koans hebben geen oplossing en dat is de oplossing, dus komt het toch weer neer op shikantaza, doodzitten, maar dat besef je pas achteraf.
Van agnose naar gnosis
‘Koans hebben geen oplossing’, zei ik, ‘en dat is de oplossing’, maar dat is ook geen oplossing. Het is aan de zitter om aan geen-oplossing geen-gestalte te geven: kinderspel.
Helaas zijn er door excellente zenmeesters toch weer oplossingen bedacht en vastgelegd in antwoordboeken die heimelijk worden doorgegeven van generatie op generatie. Koans werden examens, zenleraren examinatoren, transmissie een diploma-uitreiking.
Niet-weten werd zeker-weten, improvisatie ritueel, spontaniteit regel, vrijdenkerij vrijmetselarij, zen de molensteen der wijzen om menig dwazennek. De strop van de lineage: geen religie zonder erfzonde.
(lees verder onder de afbeelding)
Niet-weten, dat is pas zen
Een agnost ziet geen wezenlijk verschil tussen een verlossingsleer en een realisatieleer, niet tussen samsara en nirwana, niet tussen hinayana en mahayana.
Hij ziet geen wezenlijk verschil tussen meester en leerling, niet tussen vrijheid en gebondenheid, niet tussen de weg en het doel.
Hij ziet geen wezenlijk verschil tussen hoog en laag, niet tussen binnen en buiten, niet tussen vorm en leegte, niet tussen rinzai en soto.
Hij ziet geen wezenlijk verschil tussen het ene en het vele, niet tussen de persoon en het zelf, niet tussen de verlichte en de onverlichte.
Hij ziet geen wezenlijk verschil tussen mediteren en epibreren, niet tussen gnosis en agnose, niet tussen kinderspel en grotemensenspel.
In een radicaal niet-weten houdt geen enkel denkbeeld stand.
Ook niet het denkbeeld van een radicaal niet-weten waarin geen enkel denkbeeld standhoudt.
Ook niet de karikatuur van zen die ik zojuist heb geschetst en die je allicht met instemming, met stijgende verbazing of met groeiende verontwaardiging hebt gelezen.
Ieder verhaal over zen is een karikatuur van zen, zoals ieder verhaal over jezelf een karikatuur van jezelf is, ieder verhaal over het leven een karikatuur van het leven, ieder verhaal over niet-weten een karikatuur van niet-weten en ieder verhaal over verhalen een karikatuur van verhalen.
Wat is jouw karikatuur van zen?