Tussen hoofd en vloer vind je stapels stoelen.
Meester Tussen zegt:
Je schedel is een stoel voor je hersenen.
Je eerste halswervel is een stoel voor je schedel.
Je tweede halswervel is een stoel voor je eerste.
Je derde halswervel is een stoel voor je tweede.
Je vierde halswervel is een stoel voor je derde.
Je vijfde halswervel is een stoel voor je vierde.
Je zesde halswervel is een stoel voor je vijfde.
Je zevende halswervel is een stoel voor je zesde.
Je eerste borstwervel is een stoel voor je zevende halswervel.
Je tweede borstwervel is een stoel voor je eerste.
Je derde borstwervel is een stoel voor je tweede.
Je vierde borstwervel is een stoel voor je derde.
Je vijfde borstwervel is een stoel voor je vierde.
Je zesde borstwervel is een stoel voor je vijfde.
Je zevende borstwervel is een stoel voor je zesde.
Je achtste borstwervel is een stoel voor je zevende.
Je negende borstwervel is een stoel voor je achtste.
Je tiende borstwervel is een stoel voor je negende.
Je elfde borstwervel is een stoel voor je tiende.
Je twaalfde borstwervel is een stoel voor je elfde.
Je eerste lendenwervel is een stoel voor je twaalfde borstwervel.
Je tweede lendenwervel is een stoel voor je eerste.
Je derde lendenwervel is een stoel voor je tweede.
Je vierde lendenwervel is een stoel voor je derde.
Je vijfde lendenwervel is een stoel voor je vierde.
Je heiligbeen is een stoel voor je vijfde lendenwervel.
Je bekken is een stoel voor je heiligbeen.
Je bekken zit op je billen.
Jij bent de stoel.
Een stapel stoelen.
Je zit in jezelf op jezelf.
Zit je met je billen op de vloer?
Dan is de vloer ook een stoel.
Dan ben je een stapel stoelen op een stoel.
Zit je met je billen op een stoel?
Dan ben je een stapel stoelen op een stoel op een stoel.
Tussen hoofd en vloer vind je stapels stoelen.