Advaita als meltdown; vijf metaforen voor je ware aard en hoe je ervanaf komt.
1. Tussen de doener en de getuige
Leerling: Wat ben ik?
Meester: Een munt.
Leerling: Wat zijn de keerzijden daarvan?
Meester: De doener en de getuige.
Leerling: Hoe verlos ik me van de doener?
Meester: Door de munt om te smelten.
Leerling: Maar dan raak ik de getuige ook kwijt!
Meester: Als dat geen bevrijding is.
Leerling: Maar dat wil ik helemaal niet!
Meester: Dan blijf je toch lekker jezelf.
2. Tussen de kenner en het gekende
Leerling: Wat ben ik?
Meester: Een munt.
Leerling: Wat zijn de keerzijden daarvan?
Meester: De kenner en het gekende.
Leerling: Hoe verlos ik me van het gekende?
Meester: Door de munt om te smelten.
Leerling: Maar dan raak ik de kenner ook kwijt!
Meester: Als dat geen bevrijding is.
Leerling: Maar dat wil ik helemaal niet!
Meester: Dan blijf je toch lekker jezelf.
3. Tussen de film en het doek
Leerling: Wat ben ik?
Meester: Een munt.
Leerling: Wat zijn de keerzijden daarvan?
Meester: De film en het doek.
Leerling: Hoe verlos ik me van de film?
Meester: Door de munt om te smelten.
Leerling: Maar dan raak ik het doek ook kwijt!
Meester: Als dat geen bevrijding is.
Leerling: Maar dat wil ik helemaal niet!
Meester: Dan blijf je toch lekker jezelf.
4. Tussen de golf en de oceaan
Leerling: Wat ben ik?
Meester: Een munt.
Leerling: Wat zijn de keerzijden daarvan?
Meester: De golf en de oceaan.
Leerling: Hoe verlos ik me van de golf?
Meester: Door de munt om te smelten.
Leerling: Maar dan raak ik de oceaan ook kwijt!
Meester: Als dat geen bevrijding is.
Leerling: Maar dat wil ik helemaal niet!
Meester: Dan blijf je toch lekker jezelf.
5. Tussen jezelf en het zelf
Leerling: Wat ben ik?
Meester: Een munt.
Leerling: Wat zijn de keerzijden daarvan?
Meester: Jijzelf en het zelf.
Leerling: Hoe verlos ik me van mezelf?
Meester: Door de munt om te smelten.
Leerling: Maar dan raak ik het zelf ook kwijt!
Meester: Als dat geen bevrijding is.
Leerling: Maar dat wil ik helemaal niet!
Meester: Dan blijf je toch lekker jezelf.