Deel 11 van een dwaalgesprek in 13 delen over de onzienlijke lichtheid van niet-weten en de weidsheid voorbij alle wijsheid.
Claire: Zouden we niet beter af zijn zonder Nauwe Weetal?
Hans: Vraag maar aan Nauwe Weetal.
Claire: Wat zal hij zeggen?
Hans: Jouw Nauwe Weetal of de mijne?
Claire: De mijne zegt, ‘Weg met Nauwe Weetal!’
Hans: De mijne zegt, ‘Dat zou een dooie boel worden!’
Claire: En wat zegt jouw Wijde Weetniet?
Hans: Hetzelfde als jouw Wijde Weetniet.
Claire: Te weten?
Hans: …
Claire: Ik hoor niks.
Hans: Ja, dat kun je wel aan Wijde Weetniet overlaten.
Claire: Nog even over de schrijverij. Wat is nu precies het verschil tussen een normale tekst over niet-weten en een dwaaltekst?
Hans: Het verschil tussen Nauwe Weetal en Wijde Weetniet. De eerste zegt het, de tweede doet het. De eerste speelt het, de tweede is het. Een dwaaltekst is een demonstratie van niet-weten, dat zich nu eenmaal niet in beweringen laat vangen.
Claire: Omdat de Waarheid voorbij de woorden is.
Hans: Ik heb geen waarheid, laat dat nu eindelijk eens tot je doordringen.
Claire: Omdat niet-weten voorbij de woorden is.
Hans: Uiteindelijk wel. Maar dat komt juist doordat het geen waarheid is.
Claire: Je kunt het alleen demonstreren.
Hans: En dan nog.
Claire: Door dingen te roepen en te herroepen.
Hans: Door balletjes op te gooien en weg te slaan.
Claire: En dan maar hopen dat de lezer begrijpt dat het om het wegslaan gaat.
Hans: Er zijn altijd lezers die zich blindstaren op het opgooien. ‘Maar Hans, je zei toch dat…’ Zoals er altijd lezers zijn die zich blindstaren op het wegslaan. Alsof het een misdaad tegen de mensheid is, of een heldendaad.
Claire: Zou je niet beter in één klap alle ballen kunnen wegslaan?
Hans: ‘Zouden we niet beter af zijn zonder Nauwe Weetal?’
Claire: En dan voorgoed in niet-weten verblijven?
Hans: Welkom in het dolhuis.