“I can’t love you as you have been or will be. I can only love you as you are.”
(Byron Katie)
Katie: Ik kan niet van je houden zoals je was of zult zijn. Ik kan alleen van je houden zoals je bent.
Hans: Ik kan niet van je houden zoals je was. Ik kan niet van je houden zoals je zult zijn. Ik kan niet van je houden zoals je bent.
Katie: Waarom niet?
Hans: Omdat ik niet weet hoe je was of zult zijn of bent.
Katie: Hou dan maar van me zoals jij bent.
Hans: Ik kan niet van je houden zoals ik was. Ik kan niet van je houden zoals ik zal zijn. Ik kan niet van je houden zoals ik ben.
Katie: Omdat je ook niet weet hoe je zelf was of zult zijn of bent natuurlijk.
Hans: Jij zegt het.
Katie: Hoe hou je dan van me?
Hans: Zoals ik van iedereen en alles hou.
Katie: Hoe hou je van iedereen en alles?
Hans: Zoals ik niet weet.