Een dwijze denker is geen tanker.
Niet-weten is spiritualiteit zonder weg, waarheid of wijsheid. Zonder mensbeeld, wensbeeld of godsbeeld. Zonder metafysica, kosmologie of esoterie.
Niet-weten is spiritualiteit zonder boeddha, dharma, sangha, samsara of nirwana. Zonder ziel, geest, zelf, hart, id, ego of superego. Zonder canons, instituten of bibliotheken.
Niet-weten is spiritualiteit zonder verboden, geboden of geloften. Zonder methoden, technieken of rituelen. Zonder meesters, leerlingen, goeroes, discipelen, ingewijden, leken of adepten.
Niet-weten is spiritualiteit zonder bezwaar tegen andere vormen van spiritualiteit en zonder bezwaar tegen bezwaren tegen andere vormen van spiritualiteit.
Niet-weten is lege spiritualiteit. Een wijze van wezen zonder wijze of wezen.
Wat de lege spiritualiteit van niet-weten leeg maakt is niet dat zij geen inhoud heeft maar dat zij zich onophoudelijk ontdoet van de inhoud die zich onophoudelijk aandient. De leegte van lege spiritualiteit is geen statische toestand maar een dynamisch proces. Leegte is bijzaak, een onvermijdelijk gevolg van het legen.
De leegte van niet weten wordt dus niet voor eens en voor altijd bereikt maar steeds opnieuw gerealiseerd, nu en nu en nu. Ruimte krijg je door op te ruimen; ruimte hou je door op te blijven ruimen.
Weten is innemen, niet-weten is uitscheiden. Tot je er op een dag helemáál mee uitscheidt. Dan ben je zelf geïnspireerd. Dan heb je schijt aan alle spiritualiteit. Zelfs aan de lege.