Beste Hans,
Ik heb altijd een geplastificeerd kaartje met mijn favoriete spreuken bij me. Dit zijn ze:
1. Ik ben het leven zelf.
2. Het leven is er om geleefd te worden, niet om begrepen te worden.
3. Don’t know.
4. Het is altijd nu.
5. Alles is liefde.
6. Ik bén.
7. Ik ben het doek, niet de film.
8. Wees een licht voor jezelf.
9. Lijden is een keuze.
10. Het enige lijden is een niet onderzochte geest.
11. Vrijheid is leven in vriendelijkheid, áls vriendelijkheid.
Ik heb ze allemaal al zo vaak gelezen dat ze bij elke gepaste gelegenheid spontaan in me opkomen. En elke keer voelt als thuiskomen.
Beste X,
Ik herken Byron Katie, Osho, Boeddha, Nisargadatta en Seung Sahn… Heb ik iemand gemist?
X: Jan van Delden.
H: Nummer 7, de film van het doek.
X:Wat zijn jouw favoriete uitspraken?
H: …
X: Stuurde je mij zojuist drie puntjes?
H: Een beletselteken heet zo’n ding.
X: En niet-weten dan?
H: Niet-weten is geen uitspraak.
X: Wat is het dan wel?
H: Vrijspraak.
X: Niet-weten is vrijspraak?
H: Niet-weten is jezelf vrijspreken van je favoriete uitspraken.
X: Klinkt als je favoriete uitspraak.
H: Hij viel me zojuist in.
X: Jij hebt jezelf vrijgesproken en verblijft nu in niet-weten.
H: Nee hoor, niet-weten is geen staat of toestand waarin je verblijft. Juist niet.
X: Wat is het dan wel?
H: Een denken dat danst.
X: Als een ballerina.
H: Als een bokser.
X: Geen eeuwige rust.
H: Eeuwige beweging.
X: Eeuwig ontwaken.
H: Eeuwig ontwijken.
X: Jij hebt geen troetelgedachten.
H: Niet dat ik weet.
X: Dankzij de weetnietgeest.
H: Dat is ook maar een woord.
X: Hoe werkt jouw geest?
H: Net als jouw geest.
X: Hoe werkt mijn geest?
H: Net als iedere geest.
X: Te weten?
H: Als een baby aan een tiet. Hij zuigt zich vol tot hij in slaap valt.
X: Vol wat?
H: Vol zoete geruststellingen.
X: Zoals?
H: Dat we een geest hebben en dat die geest te begrijpen is als een baby aan een tiet.
X: Want dat is niet zo?
H: Ontkennen zou gewoon de volgende geruststelling zijn.
X: Staat er iets op mijn favorietenlijstje dat jou aanspreekt, al is het maar een beetje?
H: De twaalfde.
X: Word jij nooit moe van al dat niet-weten?
H: Word jij nooit moe van al dat weten?
X: Zou jij ermee kunnen ophouden?
H: Zou jij ermee kunnen ophouden?
X: Nee.
H: Nou, ik ook niet. Geen beginnen aan. Bovendien ben ik niet begonnen.
X: Wie dan wel?
H: Het is gewoon begonnen. Voor mij is niet-weten moeilijker om te laten dan voor jou om te doen. En niet-weten is geen doen, zeg nou zelf.
X: Zeker weten.
H: Al prevel je duizend keer per dag Don’t know.
X: Fake it till you make it.
H: Die staat anders niet op je lijstje.
X: Geen behoefte aan, ik ben een natuurtalent.
H: Hoop doet streven.
X: Volgens mij heb jij best een druk gedachteleven.
H: Je moest eens weten.
X: En ik maar denken dat het stil was in jou.
H: En jij maar denken.
X: Dat jij van binnen een kerk was.
H: Eerder een vrolijke keuken.*
* Vrolijke keuken: Oudhollandse kermisattractie waar je tegen vergoeding aardewerk, serviesgoed en wijsheidstegeltjes mag stukgooien.