Nasroeddin raast op zijn ezel door de hoofdstraat.
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Antwoord zoeken op deze vraag!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Weg van alle antwoorden!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Naar de volgende vraag!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Weg van alle vragen!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Weg van de weg!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: De andere kant op!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Als ik maar onderweg ben!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Rennende ezels balken niet!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Dat weet ik pas als ik er ben!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Wat sta je daar nou te staan!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Naar waar ik geen haast heb!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Dat moet je mijn ezel vragen!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Wie snel gaat, is snel nergens!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Naar waar ik nergens heen moet!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Ik probeer aan mezelf te ontkomen!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Dat vraag ik me mijn hele leven al af!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Ik probeer aan mijn ezel te ontkomen!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Naar iemand die me dat kan vertellen!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: De weg is te heet om stil te blijven staan!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Het is de aarde die onder mij door draait!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Mijn ezel probeert onder me uit te rennen!
Dorpeling: Waar moet je zo snel heen?
Nasroeddin: Naar een plek waar mijn ezel stil wil blijven staan!