Nasroeddin rijdt achterstevoren op zijn ezel door het dorp.
Dorpeling: Je kijkt de verkeerde kant op!
Nasroeddin: De ene ezel leidt de andere!
Dorpeling: Je kijkt de verkeerde kant op!
Nasroeddin: Wat is er verkeerd aan die kant?
Dorpeling: Je kijkt de verkeerde kant op!
Nasroeddin: Je kijkt zelf de verkeerde kant op!
Dorpeling: Je kijkt de verkeerde kant op!
Nasroeddin: Ik hoef niet te zien waar ik heen ga!
Dorpeling: Je kijkt de verkeerde kant op!
Nasroeddin: Wil ik weten waar een ezel heen gaat?
Dorpeling: Je kijkt de verkeerde kant op!
Nasroeddin: Als mijn ezel maar de goede kant op kijkt!
Dorpeling: Je kijkt de verkeerde kant op!
Nasroeddin: Mijn ezel loopt de verkeerde kant op!
Dorpeling: Je kijkt de verkeerde kant op!
Nasroeddin: De tijd loopt de verkeerde kant op!
Dorpeling: Je kijkt de verkeerde kant op!
Nasroeddin: Zo denkt mijn ezel dat hij me dwars zit en brengt me toch waar ik wezen moet!
Dorpeling: Je kijkt de verkeerde kant op!
Nasroeddin: Als niemand keek waar hij heen ging zouden er heel wat minder ongelukken gebeuren!
Dorpeling: Je kijkt de verkeerde kant op!
Nasroeddin: Het is eenvoudiger voor een man om terug te kijken dan voor een ezel om achteruit te lopen!