Het woord niet-weten wordt op veel verschillende manieren gebruikt, zowel positief als negatief. Als ik ze op een rijtje zet, kom ik tot 22 betekenisvelden. Eigenlijk meer, maar ik heb er een paar samengevoegd om op 22 uit te komen. Vanwege de associatie met het begrip catch-22, een van de rode draden van dit Witboek Niet-Weten, en omdat 22 een veelvoud is van 11, het gekkengetal – vind ik leuk.
De opsomming hieronder dient als aanloopje naar mijn eigen definitieve duiding van het begrip niet-weten. Want dat wordt weleens tijd, vind je niet? Duidelijkheid! Ondubbelzinnigheid! Het laatste woord over niet-weten!
En er dan over ophouden, eindelijk rust. Alleen word ik juist rustig door het erover te hebben. Er zijn ook mensen die rustig worden door erover te lezen, dus ik heb nog een excuus ook.
Daar gaan we dan:
Niet-weten is wijsheid, de wijsheid zonder wijsheid, de wijsheid voorbij alle wijsheid, de kennis zonder leraar.
Niet-weten is een verschijningsvorm van samsara, een tussenstadium op weg naar nirwana, een valkuil op weg naar nirwana.
Niet-weten is de donkere nacht van de ziel in afwachting van het moment dat de mystieke godheid zich op zijn eigen tijd op zijn eigen wijze onthult.
Niet-weten is onzin, illusie, maya, mara, onverantwoordelijk, verderfelijk, gevaarlijk, duivels, een vloek.
Niet-weten is een transcendente werkelijkheid die iedere dualiteit overstijgt: non-dualiteit, het absolute, de bron, het ene, de liefde.
Niet-weten is agnosticisme, relativisme, pragmatisme, subjectivisme, structuralisme, poststructuralisme, postmodernisme.
Niet-weten is twijfelzucht, scepsis, epoche, het voor onbepaalde tijd opschorten van ieder oordeel.
Niet-weten is een aangename gemoedstoestand – sereniteit, gelukzaligheid, innerlijke vrede.
Niet-weten is onthechting, stoïcisme, fatalisme, gelatenheid, overgave.
Niet-weten is helderheid van geest, aandachtigheid, oplettendheid, mindfulness, ataraxia.
Niet-weten is een beeldenstorm – nihilisme, iconoclasme, anarchisme, obscurantisme, irrationalisme, anti-intellectualisme.
Niet-weten is een vorm van escapisme, een vlucht in onwetendheid, onverantwoordelijkheid, defaitisme, immoraliteit, chronische onvolwassenheid.
Niet-weten is een pose, narcisme, uitsloverij, egotripperij.
Niet-weten is een levenshouding, een omgangsideaal, een managementstijl met het accent op openheid, onbevangenheid, bescheidenheid, vriendelijkheid en mededogen.
Niet-weten is een vorm van dementie, een neurose, vervreemding, verdwazing, een geestesziekte, autisme, een herderscomplex, een verlosserscomplex, een minderwaardigheidscomplex.
Niet-weten is een antwoord op elke levensvraag, een panacee voor de problemen van alledag.
Niet-weten is een spirituele vorm van cognitieve therapie vergelijkbaar met het Werk van Byron Katie.
Niet-weten is vrijdenkerij, veeldenkerij, dwarsdenkerij, omdenkerij, niet-denkerij.
Niet-weten is een onbalans tussen hoofd en hart: een teveel aan jnana en een tekort aan bhakti.
Niet-weten is het onkenbare bewustzijn zelf, het kennen, de stilte, de leegte, het niets.
Niet-weten is het totaal andere, het numineuze, het mysterie, het onzegbare, het onkenbare.
Niet-weten is een einde aan het lijden, een bron van lijden, een bron van inkomsten, een bron van ergernis, een bron van vermaak.
Dat waren ze, 22 betekenisvelden, voor elk wat wils.
Maar wat is niet-weten nou echt?